
Rechters werken met small data. We doen recht in losse zaken. Dat geldt ook voor beslissers eerder in de keten. Het vertrouwen in ons rechtssysteem berust echter op eigen ervaringen én externe beeldvorming. Daar komt big(ger) data bij kijken.
In het jaar van ‘maatwerk’ dat de landelijke bestuursrechtvereniging heeft afgekondigd, verdient de wisselwerking daartussen extra aandacht. Vorig jaar rond deze tijd riep staatsraad advocaat-generaal Peter Wattel op tot ‘een zekere verschuiving van het bestuursperspectief naar het burgerperspectief’. Die oproep past in de ontwikkeling tot een ‘billijker bestuursrecht’ (Tom Barkhuysen), zo nodig van ‘twee gestrengheden’ (Leo Damen).
Dat proces komt tot uitdrukking in recente verfijningen op jurisprudentiële rechtsregels, zoals de uitzonderingen op formele rechtskracht en het beoordelingskader voor herhaalde aanvragen. Soms komt het zelfs tot ‘corrigerende interpretatie’ van wettelijke bepalingen, die zo plots toch beslissingsruimte blijken te laten. Het doel is helder en nobel: individuele rechtvaardigheid.
We kunnen deze trend ook bekijken vanuit de derde ‘b’ in het bestuursrecht: het beslissersperspectief. Dit zijn de (al dan niet rechterlijke) ambtenaren die het liefst rechtsstatelijke waarden in de praktijk brengen, maar daarbij soms oplopen tegen juridische of organisatorische normen. Wat brengt de opdracht tot maatwerk deze professionals eigenlijk?
Alweer zeven jaar geleden ondertekenden vele honderden rechters en raadsheren het Leeuwarder Manifest, waarin zij onder meer proclameerden: ‘De hoedanigheid van productiemedewerker past de professionals die werkzaam zijn in de rechtspraak niet.’ Veel ambtenaren die werken in ‘beschikkingenfabrieken’ zullen die verzuchting herkennen. Zeker nu steeds meer besluitvorming geautomatiseerd opstart, kunnen menselijke heroverwegers in keurslijven zich robots voelen die de troep van andere robots moeten opruimen. De beweging naar indringendere evenredigheidstoetsing kan dit gedeelde ‘beroepszeer’ misschien verlichten. Tot zo ver win-win dus.
Tegelijkertijd hebben slingers vaak de neiging om ver door te schieten. Rechtseenheid, rechtsgelijkheid en rechtszekerheid blijven in een samenleving als die van ons intussen ook iets waard. Waar algoritmes ons enerzijds kunnen verstarren, leggen ze anderzijds markante contrasten bloot. Zoals ik hier eerder al eens schreef, bleken Franse asielrechters opmerkelijk divers te vonnissen. Ze leverden als individuen ongetwijfeld maatwerk, maar werden als groep toch beticht van willekeur. Sinds een jaar is het daarom in Frankrijk strafbaar om rechters zo te analyseren.
Slaafs codes volgen
Een maandje terug zijn ook in Nederland de eerste Kamervragen gesteld over die gebeurtenissen. Vorige week kwam Deloitte met een soortgelijke ‘kunstmatig intelligente’-analyse van Nederlandse belastingrechters. Het Financieele Dagblad citeert een onderzoeksresultaat dat Franse collega’s bekend in de oren zal klinken: ‘Er zijn rechters die in 68% van de gevallen de belastingplichtige gelijk geven, terwijl collega’s in slechts 22% van de zaken in het voordeel van de belastingbetaler beslissen.
Nu zegt die kale statistiek natuurlijk bijna niks. Zonder rapport of toelichting kunnen we dit type bevindingen onmogelijk op waarde schatten. De onderzoekers trekken dan ook terecht nog geen conclusies uit deze percentages, maar ze prijken intussen wel al op de voorpagina van een kwaliteitskrant. De Franse geschiedenis leert dat een doordacht vervolg hierop cruciaal is.
Hopelijk wil niemand dat professionals in ons domein slaafs volgen wat codes op het eerste oog dicteren, of dat nu computersystemen of rechtssystemen zijn. Maar het verschil tussen doorwrocht maatwerk en gepercipieerde willekeur vergt dan wel proactieve duiding – een goed verhaal. Anders kan een waardevolle switch op microniveau averechts uitpakken op macroniveau. Een beslisser met beroepseer die oprecht gelooft een toegesneden oplossing te bieden, riskeert met datasets vol besluiten en uitspraken alsnog een geaggregeerde aantijging van willekeur.
En beeldvorming beïnvloedt besluitvorming net zo goed als andersom. Vraag dat maar aan de Franse asielrechters, die allemaal richting het gemiddelde bewogen. Kan de bestuursrechtspraak met eigen analyses de zegeningen van maatwerk overtuigend presenteren? Alleen dan is onze legitimiteit vanuit het burgerperspectief duurzaam verzekerd.