
De bel verstomt, een schim verdween.
Verderop sta jij. Moederziel alleen.
Welja, deze pet kan er ook nog wel bij.
Je tuft als vanouds met dossiers op en neer,
maar bent voor de rechtspraak nu juist zoveel meer.
Een gevoel, een gezicht – veilig en gastvrij.
Het virus werpt ons ineens terug én vooruit.
Vrij onverveerd, niet doof voor kritisch geluid.
En ook hier blijft het echte werk nog verhuld.
Want geen naam dekt de lading – toch, ‘administratie’?
Of wat te denken van InformatieVoorzieningsOrganisatie.
Elk hels karwei weer hetzelfde engelengeduld.
Dat moet soms voelen als… hoe zal ik het zeggen?
Voor rijdende treinen de bielzen nog leggen.
Zodat goed op stoom niks nog ontspoort.
Voor één keer spreek ik ook als rechter oorlogstaal:
de frontlinie van de rechtsstaat, dat zijn jullie allemaal.
Een dankwoord, in stilte, mijn applaus ongehoord.