Voor de Haagse deken David de Knijff is het duidelijk: de op 3 oktober 2016 per direct geschorste advocaat Juchter van Bergen Quast genereerde met zijn lichte adviestoevoegingen “een subsidiestroom”, terwijl hij niets deed of werk liet doen door HBO-juristen. Juchter van Bergen Quast blijft erbij dat de deken de boel misleidt “op een onvoorstelbare manier”.
Door Lucien Wopereis
Maandag 9 oktober zaten ze weer tegenover elkaar in de rechtbank in Den Haag bij een zitting van de Raad van Discipline: de Haagse deken David de Knijff en de vorig jaar in oktober met onmiddelijke ingang geschorste advocaat Juchter van Bergen Quast. Eerder werd de behandeling van het beroep tegen de onmiddelijke schorsing opgeschort omdat er nog zaken nader uitgezocht moesten worden.
Volgens De Knijff werd de praktijk van Van Bergen Quast – die zich kort voor de spoedschorsing overigens liet uitschrijven als advocaat – feitelijk gevoerd door juridisch medewerkers, was er in veel gevallen wat mis met de opdrachtbevestigingen en de dossiers en werden tal van toevoegingen verstrekt voor zaken waarin geen werkzaamheden werden verricht. De bal kwam aan het rollen door een uithuiszetting in Rotterdam. De president van de Rechtbank Rotterdam trok bij de deken aan de bel omdat een in die zaak ingediend verzoekschrift geen toelichting bevatte, en ook niet door cliënt was ondertekend.
Volgens Juchter van Bergen Quast is het allemaal onzin. Het naar hem verrichtte onderzoek van de Raad voor Rechtsbijstand deugt niet, de deken misleidt de boel en er was in zijn praktijk “geen gebrek aan financiële integriteit’”. “Ik erger me mateloos aan de onjuiste voorstelling van zaken,” zegt hij.
Verder verdedigt hij zichzelf met tal van juridische zijpaden, die voor een buitenstaander niet altijd makkelijk te volgen zijn. Het gaat dan onder meer om voorschotten op nog te betalen griffierechten, ingetrokken toevoegingen en al dan niet pro bono verleende rechtsbijstand. De Haagse deken noemt het meerdere keren “een rookgordijn”.
Ander punt van discussie tussen partijen is het onderzoek naar ruim honderd andere lichte adviestoevoegingen. Volgens De Knijff frustreert Juchter van Bergen Quast dat onderzoek consequent. “Dat onderzoek is niet gedaan, en dat is te wijten aan de heer Quast.” Die stelt op zijn beurt dat hij talloze keren heeft gevraagd om “het toetsingskader” van dat onderzoek, maar dat hij dat nooit heeft gekregen. “En dan werk ik dus niet mee.”
Het wordt nog heel even stekelig als de advocaat de deken op vinnige toon verwijt dat die “het woord toevoeging nog niet eens kan uitspreken”. De voorzitter eist daarop dat partijen “een beetje respect” voor elkaar tonen. Het leidt direct tot een korte verontschuldiging van de geschorste advocaat richting de Haagse deken.
De uitspraak volgt op 11 december.