Het strafproces tegen een in 2015 aangehouden advocaat bevindt zich nog in de opsporingsfase, of deze advocaat doet een – vergeefse – poging tot wraking van een volgens hem vooringenomen rechter-commissaris van de rechtbank Zeeland-West-Brabant. De advocaat in kwestie hield kantoor in Luxemburg: hij wordt verdacht van deelname aan een Nederlandse criminele organisatie en het medeplegen van witwassen en valsheid in geschrifte.
De advocaat werd in april 2015 op Schiphol aangehouden toen hij vanuit Luxemburg naar Amsterdam kwam voor overleg met een andere advocaat. Hij zou in de periode 2008-2015 advies hebben gegeven aan een criminele organisatie, die zich jarenlang bezighield met de handel in softdrugs en het wegsluizen van de hieruit verkregen inkomsten naar het buitenland, dit via nationale en internationale rechtspersonen. De hoofdverdachten vormen de organisatie achter vier The Grass Company-coffeeshops in Den Bosch en Tilburg.
Wat de rechter-commissaris betreft zijn deze omstandigheden wel zo uitzonderlijk dat de waarheidsvinding moet prevaleren boven het verschoningsrecht van de verdachte advocaat. ‘Het betreft een redelijke verdenking van zeer ernstige feiten, waarbij de verdachte in zijn hoedanigheid van advocaat […] langdurig en structureel betrokken is geweest’, zo formuleert hij de verdenking in een beschikking van eind juni. ‘Uit het strafdossier kan afgeleid worden dat verdachte een belangrijke rol heeft gespeeld in de criminele organisatie, in die zin dat zonder zijn advisering en overige hulp de witwaspraktijken niet hadden kunnen worden uitgevoerd zoals beschreven in het onderzoek.’
Zulke stellingen zijn in strijd met de onschuldpresumptie en lopen te ver vooruit op het definitieve oordeel dat de rechtbank mogelijk in de toekomst zal vellen, aldus de advocaat, die daarom de rechter-commissaris wraakte. Van vooringenomenheid is in dit geval echter geen sprake, stelt de wrakingskamer van de rechtbank Zeeland-West-Brabant op 14 juli j.l., en daarbij heeft de rechter-commissaris nog geen oordeel gegeven over de schuld van de advocaat.
‘De rechter-commissaris heeft een beslissing genomen over de vraag of de Officier van Justitie kennis mocht nemen van inbeslaggenomen gegevensdragers. Een vraag die betrekking heeft op de opsporingsfase van de strafzaak,’ aldus de wrakingskamer. ‘De omstandigheid dat de rechter-commissaris daarbij een oordeel heeft gegeven over de verdenking van verdachte, brengt niet mee dat de rechter-commissaris als ‘vooringenomen’ kan worden beschouwd bij het nemen van zijn beslissing dat het verschoningsrecht van verdachte dient te wijken voor de waarheidsvinding.’
Eerder legde justitie al beslag op bescheiden en tegoeden bij het trust/advocatenkantoor in Luxemburg van de advocaat. Het OM liet vorig jaar in dit onderzoek nog weten te vermoeden dat er zo’n 20 miljoen euro aan belastingen is ontdoken met de constructies.