Ik houd me bezig met marketing en het levensgrote probleem in dit vak is dat er zoveel variabelen een rol spelen dat je nooit kunt aantonen wat het echte resultaat van je inspanningen is. Dat heeft tot gevolg dat het verkopen van gebakken lucht vaak evenveel oplevert als het geven van zinnig advies. ‘Dan had je maar een echt vak moeten leren’, antwoordde de advocaat tegen wie ik hierover aan het klagen was. ‘Arts bijvoorbeeld, of, nog beter, advocaat.’
Door Henriëtte van Hedel
Hij vertelde over zijn buurman, die internist was in het plaatselijke academisch ziekenhuis. Een begaafd analyticus, maar hij ergerde zich aan het feit dat het moeilijkste en belangrijkste onderdeel van de geneeskunde – het stellen van de juiste diagnose – op geen enkele publieke belangstelling kon rekenen. Tegelijkertijd stond het doen van een chirurgische ingreep, iets dat volgens hem iedereen die op de basisschool een voldoende voor handvaardigheid haalde onder de knie kon krijgen, garant voor ongefundeerde, maar tomeloze bewondering. Van zowel het NRC-publiek als van de Telegraaflezer.
Gefascineerd sprak de buurman altijd over chirurg X, die door het verplegend personeel ‘de slager van Amsterdam’ werd genoemd en die naar verluidt meer invaliditeit in de regio had veroorzaakt dan de combinatie van alcohol en verkeer. Maar hij had een indrukwekkende bos geruststellend grijs haar en een lage stem die zijn patiënten ervan overtuigde dat zij de best mogelijke zorg kregen. Je had ook nog gynaecoloog Y, die bij nagenoeg al zijn patiënten een keizersnee uitvoerde, tot nadeel van moeder en kind. Door zijn vertrouwenwekkende en kordate oogopslag was elk van deze jonge moeders er echter van overtuigd dat zij dankzij het heldhaftige ingrijpen van Y voor de afgrond van de dood waren weg gegrist.
Het meest van alles ergerde hij zich nog aan zijn naaste collega Z, waarbij vergeleken Jansen Steur (‘de Bram Moszkowicz onder de neurologen’) als een begaafd diagnosticus kon worden beschouwd. Hoewel Z volgens de buurman bij wijze van spreken nog geen blindedarmontsteking van een gebroken arm kon onderscheiden, was hij een van de meest geliefde artsen van het ziekenhuis. Om een onverklaarbare reden waren al zijn patiënten het er over eens dat als zij, ondanks zijn behandeling, van hun ziekte herstelden, dit het gevolg was van het adequate handelen van Z. Mocht de afloop daarentegen nadeliger uitpakken, dan was dit toe te schrijven aan het onvermijdelijke noodlot of God’s ondoorgrondelijke wil, al naar gelang de levensbeschouwing van de patiënt in kwestie.
Als advocaat had je het trouwens ook niet altijd makkelijk, verzuchtte hij. Je kreeg vaak minder gezeur over een factuur als je je stagiair een onbegrijpelijke, pagina’s lange notitie liet opstellen vol innerlijke tegenspraak en met zeer ingewikkelde aanbeveling tot slot, dan als je een aantal uur nadacht over een elegante oplossing en dat op één A4’tje aan je cliënt uiteenzette. Soms leek het wel of typewerk door cliënten meer gewaardeerd werd dan denkwerk. En je kon nog zo’n briljant procesdossier hebben opgebouwd, als je tijdens de comparitie geen onnodig dramatisch en daardoor contraproductief betoog hield, kon je van cliënten het verwijt krijgen dat je hun belangen maar lauwtjes verdedigde.
Het was duidelijk dat hij minder gecharmeerd was van de commerciële kant van zijn beroep. Als specialist op zijn vakgebied ergerde hij zich aan het feit dat hij soms minder verdiende en lager in de Legal 500 stond dan degenen die hij ‘de tweedehandsautoverkopers onder de juristen’ noemde. ‘Jij, bijvoorbeeld, zou best een aardige boterham kunnen verdienen als advocaat,’ zei hij, waarna ik enige moeite moest doen om dit als een compliment op te vatten. ‘Maar ik moet niet zeuren,’ zo besloot hij, ‘dan had ik maar een echt vak moeten leren’.