Via Whatsapp vertelt een Limburgse advocate aan een cliënte, met wie zij ruzie heeft over haar factuur, dat een andere cliënt ook ‘niet bereid was om haar declaratie te voldoen’ en dat deze cliënt haar had bedreigd. Met die actie heeft ze haar geheimhoudingsplicht ten opzichte van die andere cliënt geschonden, aldus de Raad van Discipline, die de advocate hiervoor en wegens chantage van cq. ‘ongeoorloofde druk’ op de cliënte 13 weken schorst.
De tuchtzaak is aangespannen door meerdere klagers, allen cliënt van de advocate. Klager 1 deed een beroep op haar vanwege een echtscheiding. Een toevoegingsaanvraag werd afgewezen, waarna de advocate deze cliënt liet weten hem niet meer te willen bijstaan omdat ze vraagtekens had bij het opgegeven vermogen in de (afgewezen) toevoegingsaanvraag. Wel stuurde ze hem een factuur à 2.365 euro, die de cliënt weigerde te betalen.
Een tweede klager, uitgeefster van beroep, liet zich in meerdere kwesties door de advocate bijstaan. Ze spraken af dat deze cliënte in ruil voor juridische diensten PR-werkzaamheden zou verrichten voor het advocatenkantoor, zoals het plaatsen van advertenties. Er ontstaat ruzie als de advocate meldt dat de door haar gewerkte 42 uren de waarde van deze PR-werkzaamheden intussen flink overstijgen. De cliënte krijgt alsnog een factuur van ruim 6.500 euro, die zij weigert te betalen.
Dan brengt de advocate iets anders in het spel: ‘Ik heb informatie over je waarvan je niet wilt dat dit openbaar wordt,’ zo is de strekking van een e-mail aan de uitgeefster. Iets over vermeende leugens over de oplages van haar uitgaven, blijkt later. De discussie gaat op felle toon verder per Whatsapp: ‘Vanmiddag voor 14 uur betaal jij mijn factuur. Zo niet dan gaat de werkelijke oplage [X]-agenda openbaar en laat ik de adverteerders benaderen,’ appt de advocate. Later volgt een foto van een doos met deze agenda’s, inclusief de tekst: ‘Jij wilt dat dit openbaar gaat? Heb nog geen betaling ontvangen.’
Dan meldt de advocate per Whatsapp dat ook een andere cliënt van haar, klager 1, de rekening niet wil betalen. Sterker nog: deze cliënt zou haar hebben bedreigd en hebben geëist dat zij meewerkte aan de toevoeging. Ze had hiervan aangifte gedaan bij de politie en tevens de deken op de hoogte gesteld.
Door zo uit de school te klappen over een andere cliënt heeft de advocate haar geheimhoudingsplicht geschonden, aldus de Raad van Discipline ’s-Hertogenbosch op 22 mei j.l., ‘hetgeen haar tuchtrechtelijk zwaar kan worden aangerekend’. Ook een andere klacht van de uitgeefster, die stelt gechanteerd te zijn, is gegrond: ‘Verweerster heeft op klaagster 3 ongeoorloofde druk uitgeoefend teneinde betaling te verkrijgen van een declaratie die door haar werd betwist, waarbij verweerster zich heeft bediend van bewoordingen en dreigementen die een advocaat niet passen’.
Verder kan de advocate niet hard maken dat zij tegenover haar cliënten duidelijk genoeg is geweest over haar uurtarief: schriftelijke opdrachtbevestigingen met hierin financiële voorwaarden ontbreken. Dat ze ook contante betalingen vraagt en zou aannemen, zoals de klagers stellen, is volgens de Raad van Discipline echter niet bewezen.
Wel staat vast dat deze advocate in oktober vorig jaar al voor onbepaalde tijd werd geschorst na een verzoek door de deken, omdat ze haar praktijk niet behoorlijk voerde. Sinds 6 februari dit jaar is ze – op eigen verzoek – geschrapt van het tableau. Toch ziet de Raad van Discipline reden om haar alsnog onvoorwaardelijk te schorsen, voor een periode van 13 weken, die ingaat op het moment dat ze zich weer zou inschrijven als advocaat.