Meerdere malen ving de Griekse zanger bot bij zijn jacht op een schadevergoeding nadat een platenmaatschappij hem niet had betaald. Dat was mede de schuld van zijn advocaten en hun toenmalige kantoor, claimt hij, ook al werd iedere tuchtklacht ongegrond verklaard. Na jaren van doorprocederen gaf de rechtbank Midden-Nederland de zanger onlangs toch gelijk: door beroepsfouten van zijn advocaat heeft hij verdere schade geleden.
Door Joris Rietbroek
Alweer in 1997 componeert de Griekse zanger vijf liedjes voor de cd ‘Greetings From Greece part 2’. Nadat hij ruzie krijgt met de platenmaatschappij over de hoogte van zijn auteursrechtvergoedingen, wint hij vanaf 1999 advies in van meerdere advocaten, ook van een kantoor waar een advocaat en later diens advocaat-stagiaire hem bij zal staan.
Als de zaak in 2005 eenmaal voor de rechter komt, vergeet de advocaat-stagiaire de rechtbank te wijzen op een cruciale brief die zijn patroon in juni 2003 aan de platenmaatschappij schreef, met de aansprakelijkheidstelling voor een schadevergoeding wegens onterecht gebruikte werken.
De Haarlemse rechtbank wijst de vordering in april 2006 af wegens het ontbreken van een schriftelijke overeenkomst: de zanger had zelf moeten toezien op het maken van goede afspraken met zijn platenmaatschappij. Daarbij zou de vordering tot schadevergoeding en winstafdracht zijn verjaard, meer dan vijf jaar nadat de componist de schade had geleden. Het Gerechtshof in Amsterdam bekrachtigt deze uitspraak in augustus 2007.
Hierop start de Griekse zanger vanaf 2008 een vendetta tegen het advocatenkantoor. Toen de advocaat-stagiaire in 2006 het dossier op zich nam, had hij al kunnen weten dat de zaak verjaard was. En mogelijk was er geen sprake van verjaring geweest als de brief uit juni 2003 op tijd was ingebracht. Er volgen tuchtklachten tegen zowel de patroon als de advocaat-stagiaire, die bij de Raad van Discipline stranden in ongegrond- dan wel niet-ontvankelijkheid. Het verzet van de zanger tegen deze beslissingen verklaart de tuchtrechter eind oktober 2010 ongegrond.
Vanaf begin 2012 acht de zanger de tijd rijp om zijn advocaten en hun kantoor aansprakelijk te stellen voor zijn schade, omdat hij verkeerd is ingelicht over zijn procespositie bij hoger beroep. De advocaten hadden hem duidelijker alles moeten uitleggen, omdat zijn Nederlands niet geweldig is en omdat hij een juridische leek is. De advocaten en hun verzekeraar wijzen de aansprakelijkheid af, waarna de zanger eind 2013 het kantoor aansprakelijk stelt en een rechtszaak start.
In de zomer van 2015 stelt de rechtbank Midden-Nederland hem in het gelijk; de tekort geschoten advocaten worden gewezen op de stelplicht. De advocaten cq. hun kantoor hebben volgens de rechter nagelaten om deze oud-cliënt voldoende feitelijk te informeren, door niet alle belangrijke handelingen en informatie schriftelijk te communiceren. Dit had van de advocaten mogen worden verwacht, stelt de rechter, zeker als een cliënt aangeeft niet perfect Nederlands te spreken en juridisch niet onderlegd is.
Daarnaast bevestigt de rechter dat er in de correspondentie uit april 2006 over een eventueel hoger beroep met geen woord wordt gerept over het procesrisico; die is onvoldoende geanalyseerd. Was dit wel gebeurd, dan had de zanger allicht van een hoger beroep afgezien. ‘Nu [gedaagden] dit kennelijk niet heeft gedaan, moet worden geoordeeld dat zij op dit punt niet heeft gehandeld als een redelijk handelend en redelijk bekwaam advocaat c.q. advocatenkantoor in vergelijkbare omstandigheden zou hebben gehandeld.’
Door dit alles noemt de rechtbank het aannemelijk dat de zanger schade heeft geleden door de hele gang van zaken. De eis was bijna 5000 euro, de rechtbank acht een kleinere schadevergoeding door de gedaagden redelijk: 925 euro. Plus rente.