Het mag wel een tandje zachtaardiger en vooral eerlijker, de beoordeling van gemiddeld presterende Amerikaanse rechtenstudenten. Dat schrijft professor Joshua Silverstein van de universiteit in Arkansas in een zeer spraakmakende paper waarin hij pleit voor ‘grade inflation’ en de afschaffing van ‘the Gentleman’s C’. Een beoordeling die naar Nederlandse waarden het beste vergelijkbaar is met een mager zes minnetje, dan wel een 5,5.
door Joris Rietbroek
Waarom kan een C in een cijferlijst niet gewoon een B- worden, inclusief de kwalificatie ‘good academic standing’, zo vraagt Silverstein zich af in zijn betoog. De toekenning van C’s binnen de verschillende Amerikaanse universiteiten is volgens hem namelijk volstrekt willekeurig. Die inconsistentie zorgt voor oneerlijke verschillen in de vooruitzichten op een mooie baan voor studenten die feitelijk op hetzelfde niveau zitten, maar die afhankelijk van hun universiteit net een B- of een C hebben gekregen.
Goed voor psychologisch welzijn
Een C op een lijst met verder nette cijfers (GPA, Grade Point Average) is bovendien slecht voor het zelfvertrouwen van de aanstaande jurist, betoogt Silverstein. Want er is eigenlijk helemaal niets ‘gentle’ aan de ‘Gentleman’s C’. Volgens de professor zijn met name rechtenstudenten als de dood voor die middelmatige beoordeling. Positieve inflatie van de beoordelingen is daarom goed voor het psychologische welzijn van de student en voorkomt veel onnodige stress, zo betoogt hij. “Waarom is het voor docenten zo moeilijk om hun studenten ervan te overtuigen dat ook een C nog best acceptabel kan zijn? Omdat ze zo gewend zijn geraakt aan het krijgen van een A of B op de middelbare school.”
Silverstein onderstreept dat hij hiermee niet wil zeggen dat elke student dan maar automatisch goede cijfers moet krijgen, ongeacht de prestaties. De C kan verdwijnen zonder dat het onderscheid in de prestaties van studenten wordt aangetast. Wel pleit hij voor meer uiteenlopende beoordelingen tussen de B- (2.7) en de A (4.0), of zelfs voor een ander systeem, bijvoorbeeld in cijfers op een schaal van honderd, vergelijkbaar met wat we in Nederland kennen.
‘Wussification of Legal Education’
Op enkele populaire websites onder Amerikaanse juristen en rechtenstudenten zijn de reacties op deze voorgestelde versoepeling van wat we hier de ‘zesjescultuur’ zouden noemen, nogal gemengd. ‘The wussification of Legal Education continues’, is de kop van een felle blogpost op Above The Law. “You want to deal with the unfairness of getting a C that would be called a “B-” at some other school? Why don’t you go out there and earn an A? Get an A or STFU. Whining about the perceived unfairness that happens to people who didn’t do well enough is soft use of intellectual resources.” En over het stress-argument: “That has to be one of the dumbest statements I’ve ever read. Students have received poor grades for centuries. They don’t all fall to pieces. They don’t all cry. They don’t all jump out of buildings. Some students freaking learn after a poor grade.” Een bloggende advocaat uit Chicago is het hier mee eens: een C kan heel nuttig zijn als welgemikte schop onder de kont.
Bijval voor Silverstein is er ook: “Rond de beoordeling C hang vooral een groot perceptieprobleem, schrijft professor Kenneth Anderson. “Een middelmatige of lagere GPA met veel B-‘en erop kan zeker het verschil maken in de wereld van werkgevers en banen tegenover nagenoeg dezelfde cijferlijst met één C erop. Er zullen inderdaad genoeg werkgevers zijn die een kandidaat niet eens meer zullen overwegen omdat ze een C op hun GPA hadden, terwijl iemand met een B- als gemiddelde wel op gesprek mag komen.”