Het Hof van Discipline heeft de Haagse advocate Marianne Dumont van het tableau geschrapt nadat zij namens ABN AMRO een verzoekschrift had ingediend bij de rechtbank zonder dat zij hiertoe opdracht had gekregen. Meer dan tien eerdere waarschuwingen, berispingen en schorsingen waren blijkbaar niet genoeg om ‘zich te gedragen overeenkomstig de waarden en normen van de advocatuur,’ aldus het hof.
Het hof bekrachtigde op 5 februari de schrapping door de Raad van Discipline van eind juli vorig jaar, waartegen Dumont in beroep was gegaan. Volgens het dekenbezwaar stuurde zij in verband met de afwikkeling van een nalatenschap zogezegd in opdracht van ABN AMRO een verzoek naar de rechtbank Rotterdam om zichzelf te laten benoemen tot vereffenaar. De bank had echter geen opdrachtbevestiging, andere stukken of informatie over haar uurtarief ontvangen. De bank mailde haar dan ook not amused niet bekend te zijn met deze opdracht.
Dumont vroeg het Hof van Discipline in haar hoger beroep om de dekenklacht alsnog ongegrond te verklaren en de schrappingsmaatregel van de raad ongedaan te maken. Ze had immers gehandeld met de beste bedoelingen. Het hof stelt echter onomwonden dat in het midden kan blijven ‘of indienen van het verzoekschrift juridisch juist was, of het uit praktisch oogpunt het beste was en of het in het belang van een of meer erfgenamen dan wel de bank was’: zonder opdracht van de bank had de advocate het verzoek niet mogen indienen.
‘Deze handelwijze schaadt het vertrouwen in haar eigen beroepsuitoefening en in de advocatuur in zijn algemeenheid,’ aldus de op 19 februari gepubliceerde beslissing van het hof. ‘Deelnemers aan het maatschappelijk verkeer moeten ervan kunnen uitgaan dat een advocaat zich niet zonder opdracht of andere rechtvaardiging uitgeeft als advocaat van een partij. Het hof acht de handelwijze van verweerster ernstig, omdat zij geen blijk geeft van inzicht in een elementaire regel: optreden voor een cliënt behoort in beginsel te geschieden op grond van een opdracht’.
Schrapping van het tableau is daarbij gerechtvaardigd omdat er in het verleden vele klachten zijn ingediend tegen tegen Dumont, die sinds 1997 zelfstandig advocaat was en daarvoor onder meer werkte bij NautaDutilh en Loyens & Volkmaars (nu Loyens & Loeff). Van al die klachten hebben er liefst tien geleid tot waarschuwingen, berispingen en onvoorwaardelijke schorsingen van enkele maanden, zo concludeert het hof. ‘Klaarblijkelijk zijn al deze maatregelen onvoldoende geweest om verweerster te bewegen zich te gedragen overeenkomstig de waarden en normen van de advocatuur.’