Pim Veth is sinds begin 2021 ’s lands eerste gerechtsdeurwaarder die ook advocaat is. Dat ging niet zonder slag of stoot; Veth onderging een anderhalf jaar durend conclaaf met de Orde en moest onafhankelijkheid garanderen. “Ze vonden mijn deurwaarderspraktijk onverenigbaar met de advocatuur.”
Veth is eigenaar en algemeen directeur van het Arnhemse deurwaarderskantoor Inkassier. Al 27 jaar is hij actief in het vak en ‘zijn’ Inkassier behoort – met ruim 120 medewerkers – tot een van de grootste zelfstandige incassokantoren in Nederland.
Begin dit jaar maakte Veth een ommezwaai en startte onder strikte voorwaarden óók als parttime advocaat, gespecialiseerd in het vervoerrecht. Hiervoor houdt hij praktijk in een zogenoemd voordeurdelerskantoor: Vandervoodt, Vermeulen en Veth advocaten te Rotterdam. Hoe zo’n professionele dubbele pet er precies uitziet, en waarom hij koos voor het advocatenbestaan na zoveel succesvolle jaren deurwaarderspraktijk, is aan Veth om te verduidelijken.
Lang gekoesterde droom
“In mijn werk als gerechtsdeurwaarder heb ik al vanaf het begin te maken met de advocatuur,” vertelt hij met onvervalste Rotterdamse tongval. “En hun werk heeft me altijd al aangetrokken. Het juridisch inhoudelijke; de complexe vraagstukken en het bijstaan van cliënten vind ik interessant. Na mijn studie aan de heao wilde ik daarom beginnen aan een rechtenstudie, maar dat heb ik destijds niet gedaan.”
In plaats daarvan bleef Veth – in zijn woorden – ‘hangen in de deurwaarderspraktijk’. Uiteindelijk rondde hij in 2016 alsnog een deeltijdstudie rechten af, en diende hij in 2019 een verzoek in bij de Nederlandse Orde van Advocaten (NOvA) tot inschrijving op het tableau. Het duurde echter even eer hij daadwerkelijk werd toegelaten tot de balie en kon beginnen aan de beroepsopleiding. “Daar ging zo’n twee jaar overheen. Enerzijds omdat ik het druk had met mijn net gekochte deurwaarderskantoor, anderzijds vanwege langdurig overleg met de Orde. Zij vonden in eerste instantie mijn deurwaarderswerkzaamheden onverenigbaar met het vak van advocaat.”
Knettergek
Eerder wees de NOvA derhalve verzoeken af van gerechtsdeurwaarders die advocaat wilden worden. De onafhankelijkheid van beide beroepen zou in het geding gekomen. Veth sloeg er de wetgeving op na: “In de advocatenwet staat dat gerechtsdeurwaarders en advocaten niet mogen samenwerken vanwege eventuele belangenverstrengeling, maar nergens staat dat één persoon niet beide beroepen mag uitvoeren.”
“Onafhankelijkheid is natuurlijk een groot goed, dus ik moest aantonen dat ik die waarborg,” vervolgt Veth. “Toen ik bij de Orde aangaf dat ik geen uitvoerend werk meer doe – geen deurwaardershandelingen zoals exploten – maar vooral ondernemer ben, verdween een deel van hun zorgen. Daarnaast heb ik in mijn advocatuurlijke ondernemingsplan onder meer vastgelegd dat ik als advocaat geen opdrachten aanneem van mijn deurwaarderspraktijk, en vice versa. Ook bevinden mijn advocatenpraktijk en deurwaarderkantoor zich bewust in andere arrondissementen.”
Veth let tevens op zijn marketinguitingen en verwijst op zijn advocatenwebsite niet naar zijn deurwaarderspraktijk, en andersom. Veth: “Ik heb op LinkedIn kenbaar gemaakt dat ik ook als advocaat aan de slag ga, maar verder heb ik het low profile gehouden. Ik wil voorkomen dat er twijfel ontstaat of ik nou deurwaarder of advocaat ben, en iedere vorm van vermenging vermijden.”
Volgens Veth moet je bovendien ‘knettergek’ zijn om de onafhankelijk niet te bewaken, daar beide beroepen onderhevig zijn aan het tuchtrecht en beide ambten dan op het spel worden gezet.
Omvangrijk netwerk
Profijt van zijn ‘dubbele pet’ heeft Veth ook. Zo heeft hij in zijn 27 jaar als deurwaarder een omvangrijk netwerk opgebouwd in de juridische sector, waaruit nu opdrachten voortkomen voor zijn advocatenpraktijk. Daarnaast gaat de praktische invulling van twee beroepen Veth prima af:
“Aan mijn deurwaarderskantoor heb ik niet zoveel werk: mijn managementteam houdt de boel draaiende. Dat geeft ruimte voor de advocatuur. Wel probeer ik de dagen waarop ik werk als advocaat te scheiden van de rest van mijn activiteiten, anders mis ik focus. Wat overigens best lastig is, want de advocatuur is een stuk onvoorspelbaarder dan de deurwaarderspraktijk.”
Mocht hij door zijn dubbele werkzaamheden cliënten niet goed meer kunnen bijstaan, of toch het gevoel hebben dat er onduidelijkheid ontstaat over zijn onafhankelijkheid, dan trekt Veth de stekker uit zijn advocatenpraktijk. “Mijn advocatenkantoor is immers een eenmanszaak en van mijn deurwaarderspraktijk zijn veel gezinnen afhankelijk,” concludeert Veth.
