De Noord-Nederlandse stagiaire-onderneemster die eind maart van het tableau werd geschrapt nadat haar een stageverklaring was geweigerd, is ook nog eens acht weken geschorst door de Raad van Discipline. Niet alleen bedonderde ze de Raad voor Rechtsbijstand en loog ze tegen de NOvA over verlenging van haar stage, ook rekent de raad het haar aan dat ze tot twee keer toe werd betrapt op autorijden nadat haar rijbewijs was ingenomen.
De raad van de orde in het arrondissement Noord-Nederland weigerde haar half augustus 2016 een stageverklaring te geven, met een waslijst aan verwijten in handen. In december kreeg ze van dezelfde raad de mededeling dat zij per 1 februari 2017 van het tableau zou worden geschrapt, waarop de advocate een reeks bestuursrechtelijke procedures startte. In eerste instantie met succes: het besluit tot schrapping werd uitgesteld totdat de rechtbank Overijssel besloot over de rechtmatigheid van het besluit tot schrapping. Dit gebeurt op 29 maart: de voorzieningenrechter oordeelt dat de raad van de orde ‘op goede gronden’ heeft besloten om geen stageverklaring te verlenen. Een dag later wordt de stagiaire van het tableau geschrapt.
Dit neemt echter niet weg dat de Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden zich half juni dit jaar alsnog uitsprak over een reeks misdragingen van de advocate, zoals in kaart gebracht in een dekenbezwaar. Zo bleek ze tijdens een civiele zitting in 2015 de regels voor behandeling in kort geding niet te kennen: uit onkunde diende ze een wrakingsverzoek in – een rechter had ‘opzouten’ tegen haar gezegd, claimde ze – dat onverbiddelijk werd afgewezen. Typisch een voorval dat volgens de deken aantoont dat ‘verweerster met haar gedrag ter zitting niet in staat moet worden geacht om op een professionele wijze de belangen van haar cliënten te behartigen.’
Daar komen met betrekking tot andere zaken nog klachten bij: een poging tot het beïnvloeden van getuigen, schending van haar geheimhoudingsplicht, valsheid in geschrifte in stukken aan de Raad voor Rechtsbijstand, onbehoorlijk gedrag tijdens en te veel bemoeienis met een politieverhoor, plus een stiekem gemaakte opname van een gesprek met de deken.
Ook incidenten in de privésfeer spelen mee: ze weigert als bestuurder van een auto mee te werken aan een ademanalyse, waarna de officier van justitie besluit om voor negen maanden haar rijbewijs in te nemen. In de maanden daarna wordt ze tot twee keer toe betrapt op rijden zonder rijbewijs. Privé-omstandigheden of niet, het is ‘maatschappelijk onverantwoord gedrag dat het aanzien van de advocatuur ernstig schaadt’, aldus de deken.
‘Vervelende incidenten’
De stagiaire-ondernemer gooit het in haar verweer op ‘beginnersfouten’ en ‘vervelende incidenten’ waar zij van geleerd heeft. Hier gaat de Raad van Discipline op enkele onderdelen in mee, zij het niet zonder zorgen: het akkefietje rond het wrakingsverzoek kan worden toegeschreven aan haar onervarenheid op dat moment.
Het kwijtraken van haar rijbewijs en het (onverzekerde) doorrijden rekent de raad haar wel tuchtrechtelijk aan, nu ze als strafrechtadvocaat ‘een beslissing van politie en justitie heeft genegeerd’. Daarnaast noemt de tuchtraad haar gedrag niet integer: zij had geen toevoegingen mogen aanvragen ten behoeve van rechtsbijstand aan zichzelf, had niet mogen liegen over een verlengde stageperiode in een brief aan de Amsterdamse orde en zij had al helemaal niet een gesprek met de deken mogen opnemen zonder diens medeweten of toestemming.
Al met al worden zeven van de twaalf klachtonderdelen gegrond verklaard. Bij de bepaling van de maatregel houdt de tuchtraad rekening met haar onervarenheid als stagiaire en dat zij niet eerder tuchtrechtelijk is veroordeeld: ze krijgt een schorsing van zestien weken, waarvan acht weken voorwaardelijk, die ingaan op het moment dat zij zich opnieuw zou inschrijven als advocaat.