Amerikaanse rechter moet vertrekken na Elvis-escapades in de rechtszaal. Na jaren van opvallende optredens en disciplinaire maatregelen is er een einde gekomen aan de carrière van rechter Thornhill, die zijn eigen fascinatie voor Elvis Presley tot in de rechtszaal liet doorklinken.
Ophef om optreden in rechtbank
De langstzittende rechter van de rechtbank in St. Charles County, Missouri, Matthew Thornhill, heeft recent zijn functie neergelegd na een golf van ophef over zijn gedrag, zo is te lezen in de Telegraaf. Thornhill stond bekend om zijn uitgesproken liefde voor Elvis Presley, wat zich uitte in het dragen van een Elvis-pruik en -zonnebril tijdens zittingen, vaak rond Halloween. Ook draaide hij regelmatig muziek van Elvis bij het beëdigen van procespartijen en verwees hij naar de zanger door het noemen van diens geboorte- en sterfdatum of het aanhalen van songteksten. Volgens een rapport van de disciplinaire commissie waren deze uitingen niet relevant en tastten ze de orde en integriteit van de rechtbank aan.
Het rapport meldt dat Thornhill betrokkenen soms de keus gaf onder het geluid van Elvis-muziek te worden beëdigd. Het opvallende gedrag werd niet universeel gewaardeerd en leidde tot klachten, waarna een disciplinaire commissie zich over de zaak boog. De commissie stelde dat Thornhill met zijn uitingen het vertrouwen in de rechterlijke macht op het spel zette en in strijd handelde met het vereiste decorum van een rechter.
Einde loopbaan na schorsingsvoorstel
Thornhill verdedigde zijn aanpak door te stellen dat hij “luchtigheid in de rechtszaal” wilde brengen om de sfeer te verzachten. In een brief erkende hij ondertussen dat deze aanpak de integriteit van de rechtbank kon schaden. De commissie stelde als sanctie voor hem zes maanden te schorsen zonder salaris, met de verplichting nog achttien maanden te dienen tot zijn pensionering. Dit voorstel wees hij af; in overleg met de rechtbank besloot hij direct zijn functie neer te leggen. Daarmee komt een abrupt einde aan zijn juridische loopbaan en aan zijn publieke uitingen van zijn Elvis-obsessie binnen het Amerikaanse rechtswezen.








