De basistest voor advocaat-stagiairs die starten met de Beroepsopleiding Advocatuur wordt afgeschaft. De toets voldoet volgens de NOvA niet aan de verwachtingen die bij de invoering in 2021 werden gesteld.
Weinig toegevoegde waarde
De algemene raad van de Nederlandse Orde van Advocaten (NOvA) werkt sinds deze zomer aan een doorontwikkeling van de Beroepsopleiding Advocatuur (BA). In dat kader heeft de raad voorgesteld om de basistest af te schaffen, meldt het Advocatenblad. Sinds 2021 is iedere advocaat-stagiair verplicht de test af te leggen bij de start van de opleiding. De toets had een diagnostisch karakter en moest stagiairs inzicht geven in hun kennisniveau van strafrecht, bestuursrecht en civiel recht. De uitslag had geen gevolgen voor de toelating tot de opleiding.
Uit onderzoek en evaluaties blijkt echter dat er aanzienlijke knelpunten zijn. Zo wordt de test door een grote meerderheid van de deelnemers als moeilijk ervaren, terwijl ruim de helft de toets als weinig relevant beschouwt. Slechts vier procent vindt de basistest zeer relevant. Daarnaast ervaren veel stagiairs dat de toets onvoldoende aansluit bij hun dagelijkse praktijk en specialisatie. De brede opzet, met drie hoofdrechtsgebieden, sluit volgens hen niet aan bij de realiteit waarin veel stagiairs zich juist op één rechtsgebied richten.
Nieuwe koers en wijziging commissie
De adviescommissie BA heeft daarom geadviseerd de basistest in de huidige vorm op termijn af te schaffen en onderzoek te doen naar de wenselijkheid van een entreetoets. De algemene raad volgt dat advies, maar voert de afschaffing al eerder door. Daarvoor is een wijziging van de Verordening op de Advocatuur nodig. De NOvA is voornemens deze wijziging per 1 juli 2026 te laten ingaan.
Ook de samenstelling van de adviescommissie BA verandert. Onderwijsaanbieders zoals de Uitvoeringsorganisatie, de Law Firm School (LFS) en De Brauw Blackstone Westbroek (DBBW) maken nu nog deel uit van de commissie, maar dat wordt onwenselijk geacht. De algemene raad wil voorkomen dat instellingen die zowel opleiden als afnemen, een adviserende rol blijven spelen. De commissie krijgt daarnaast een bredere taakomschrijving, zodat zij ook ongevraagd advies kan geven.






