De Amsterdamse strafrechtadvocaat Bart Swier was rond Hemelvaart een week een BN’er dankzij een goed en ook gelukkig getimede blogpost en een aantal tweets. Staan de nieuwe cliënten sindsdien in de rij? Nee, dat niet. Maar het geeft zijn praktijk wel een boost. Evenals zijn motivatie om meer te publiceren.
Door Erik Jan Bolsius, correspondent Business
Je naam kan snel (online) rondgaan als je de wind een beetje meehebt, merkte Swier. Hij publiceerde een blogpost over de veel voorkomende valse aangiften bij zedendelicten op de maandag voor Hemelvaartsdag. Zijn verhaal zette hij door op Twitter, waar hij zo’n 1400 volgers heeft, waaronder een aantal journalisten en Officieren van Justitie. Die gingen erover met hem in discussie.
Precies een dag later bracht minister Grapperhaus zijn veelbesproken plan uit voor het strafbaar stellen van alle onvrijwillige seks. Dit voorstel werd niet besproken door Swier, omdat hij precies een dag eerder zijn verhaal publiceerde, maar het onderwerp grenst wel aan zijn blogpost.
Swier gaat in zijn verhaal in op het grote aantal onterechte of valse beschuldigingen van een zedendelict. Hij geeft aan hoeveel impact zo’n beschuldiging heeft. Juist als hij daarover discussieert op sociale media, beginnen alle media over het voorstel van Grapperhaus te publiceren. En komen ze, al googelend, bij Swier uit met vragen over de vervolging van iemand die beschuldigd wordt van het hebben van seks tegen andermans wil.
Vanaf dat moment verschijnt Swier met quotes in NRC en De Volkskrant en wordt hij geïnterviewd door EenVandaag, RTL Nieuws en BNR Juridische Zaken, met als laatste mediamoment een optreden bij Pauw, op de vrijdag na Hemelvaartsdag.
Desgevraagd vertelt hij zelf ook verrast te zijn door alle aandacht. “Ik publiceerde mijn blog om voor dit onderwerp wat meer aandacht te krijgen. En ik had ook zeker in mijn achterhoofd dat het interessant kon zijn voor advocaten die cliënten naar mij doorverwijzen, en voor de media. Maar dit zag ik natuurlijk ook niet aankomen,” vertelt Swier. Of het gelijk een positief effect heeft op zijn praktijk, dat lijkt hem niet. “Er bellen niet direct mensen die beschuldigd worden van een zedendelict met het verhaal dat ze me in de krant of op tv hebben gezien. Maar ik ben ervan overtuigd dat het goed is voor mijn naamsbekendheid. Dat leidt uiteindelijk zeker tot meer zaken.”
Media-hausse
Swier weet ook dat hij wat geluk heeft gehad en verwacht niet na elke blog een vergelijkbare media-hausse. Maar dat regelmatig publiceren over je vak uiteindelijk tot meer werk leidt, daar is hij wel van overtuigd. “Ik word wel vaker gebeld door de media, vooral als het gaat om zedenzaken. Een aantal journalisten volgt me op Twitter. Als ik hen regelmatig op de hoogte houd met een goed verhaal, bellen ze mij eerder als er nieuws is in mijn vakgebied dan een collega die zonder erover te publiceren zijn werk doet.”
Natuurlijk heeft niet elke advocaat een even mediageniek vakgebied als Swier. Toch gaat zijn verhaal in meer of mindere mate op voor elke advocaat. Je bent je eigen uitgever, en hebt in eerste instantie de ‘officiële’ media niet meer nodig om je verhaal te delen. Door dat consequent te doen in blogs op je eigen site, en die te delen via sociale media, kom je bovenaan in de zoekresultaten als er op jouw vakgebied wel een keer nieuws is. Ook als je nooit het landelijke nieuws haalt, maar wel de vakmedia, een lokale krant of online wordt geciteerd.
Maar als dat allemaal niet gebeurt en je verschijnt wel op de eerste pagina met zoekresultaten in Google, precies op het moment dat een grote, nieuwe cliënt op zoek gaat naar een gespecialiseerde advocaat, ook dan betaalt die inspanning zich dubbel en dwars terug.