Echt geweldig vindt hij het natuurlijk niet, maar bestuursvoorzitter Geertjan Sarneel van de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie moet zich neerleggen bij het feit dat het bestuur deze week gedwongen werd om af te treden. “Feit is dat het onvermijdelijk was. Als tweederde van de leden voor een nieuw bestuur stemt en een nieuw beleid – wat dat ook moge zijn – dan moeten we weg.”
Niet voor niets heeft het bestuur gezegd: stem maar over ons. Ook al kende het maandagavond de uitslagen van de ringvergaderingen al. Sarneel: “Wij hebben begrepen dat de ledenraad vond dat teveel zeggenschap ligt bij het bureau van de KNB en het bestuur. Dan was dit bij uitstek iets waarover de leden zich moesten uitspreken. Ze moeten nu zelf bepalen wat er gaat gebeuren.”
Eerdaags komt er een nieuw bestuur. “Ik heb echt wel de hoop dat de verschillende stromingen binnen het notariaat evenredig vertegenwoordigd worden. De groep notarissen heeft heel hard geroepen dat 1300 mensen het met ze eens waren. Maar dat betekent dat er ook 2000 notarissen niet gehoord zijn, of ze het nou wel of niet eens zijn. En die moeten ook vertegenwoordigd worden.” De opdracht is volgens hem nu dat er een goede match gemaakt wordt. “Ik hoop echt dat het lukt. Maar met de notarissen die nu op hun lijstje staan, zou het echt niet evenwichtig zijn. Maar het is niet meer aan mij, het is nu aan de ledenraad.”
Hij zal het wel gaan missen. Zes jaar lang zat hij in het bestuur van de KNB. Zo’n dertig uur per week was hij bezig in zijn functie als voorzitter. “Ik was vaak in Den Haag te vinden en ook regelmatig namens de KNB op pad, en niet te vergeten in Brussel. Ik heb het er behoorlijk druk mee gehad. Maar altijd met het grootste genoegen.”
Hij zal echter niet helemaal verdwijnen. “Ik zal het zeker blijven volgen en van me laten horen tijdens ringvergaderingen, ALV’s en op social media. En ik ken natuurlijk ook ontzettend veel mensen in het vak, waar ik regelmatig contact mee hebt.” Sarneel zal bovenal weer echt notaris zijn. “Ik heb nu weer tijd voor het notariële handwerk. En dat is ook leuk.”