Kiran Balak (links) was de advocaat-stagiaire van Renske Imkamp (rechts), Patroon van het Jaar 2025. Wat kenmerkt de band tussen deze sociaal advocaten van De Graaf aan de Kade Advocaten in Amsterdam en wat hebben ze van elkaar geleerd?
“Het is kicken om te procederen tegen de overheid en zaken te winnen. Je kunt echt het verschil maken voor mensen”, zegt sociaal advocaat Renske Imkamp (36) van De Graaf aan de Kade Advocaten (De Graaf).
Ze voorkwam bijvoorbeeld dat een meisje met een spierziekte naar een school voor speciaal onderwijs moest. Dit hing haar boven het hoofd omdat de gemeente niet genoeg passende hulp wilde toekennen. Imkamp startte met succes een procedure. “Ze krijgt nu genoeg hulp om samen met haar vrienden naar een reguliere middelbare school te gaan.”
Kantoorgenoot Kiran Balak (29) regelde onlangs een woonurgentie voor een cliënt met onder meer een zware vorm van autisme. “Door zijn beperkingen is hij heel prikkelgevoelig. Zijn huis is slecht geïsoleerd, waardoor hij veel last heeft van straatgeluiden. De gemeente vond dat aanvankelijk ‘zijn probleem’, maar verstrekte later alsnog een woonurgentie voor prikkelarme woningen in Amsterdam. “Mijn cliënt zoekt nu met zijn ouders naar iets passends.”
Beide advocaten zijn gespecialiseerd in het sociale zekerheidsrecht. Balak doet daarnaast ook huurrecht. Voordat zij sociaal advocaat werd, werkte ze in de commerciële advocatuur, bij De Roos Advocaten. Nadat dit kantoor haar had gedetacheerd in de sociale advocatuur, volgde Balak haar hart. Een klein jaar voor het eind van haar advocaat-stage vertrok ze naar De Graaf en werd Imkamp haar patroon. Ze bleef dat tot september 2025.
De onderlinge samenwerking beviel zo goed dat Balak haar nomineerde voor Patroon van het Jaar 2025, een titel die Imkamp in oktober won. De jury prees haar ‘doordachte en gestructureerde aanpak’ en vond haar ‘bijna een geboren patroon’.
Je leidt graag op.
Imkamp: “Sinds enkele jaren hebben we op kantoor advocaat-stagiairs van Van Doorne die hier proceservaring op komen doen. Elke zes weken begeleid ik een andere advocaat-stagiair – een soort mini-opleiding. Ik merkte dat ik het leuk vond om ze te leren wat ik zelf had geleerd en dat ik er zelf wijzer van werd. Door vragen over waarom ik iets deed, moest ik op mezelf reflecteren.
De wens ontstond om iemand écht op te leiden. Kiran was mijn eerste pupil. Gijs Stenger, een zij-instromer, is mijn tweede. Mijn eigen patroon nam zijn taak heel serieus. Ik weet hoe fijn het is om een goede patroon te hebben en hoop dat zelf ook te zijn.”
Wie was jouw patroon?
Imkamp: “Gerrit Jan Pulles, raadsheer bij het Gerechtshof Amsterdam, voorheen partner bij Van der Woude De Graaf Advocaten. Hij nam altijd de tijd om uitleg te geven, zowel over juridische kwesties als ondernemen. Als advocaat-stagiaire was ik namelijk meteen partner. Ook Kiran en Gijs kwamen als vennoot binnen.
Van alles wat Gerrit Jan me heeft geleerd, zijn twee lessen me het meest bijgebleven: bouw je stukken goed op en – extra belangrijk bij onze cliënten – leg afspraken goed vast. Zowel in de opdrachtbevestiging als in mails door het hele proces.
Deels hebben wij cliënten met complexe psychische problematiek of verstandelijke beperkingen. Hun pet kan van de een op de andere dag compleet anders staan. Daarom moet je helder communiceren, checken of je boodschap is overgekomen en afspraken vastleggen. Dit om miscommunicatie te voorkomen, niet zozeer om je in te dekken. Ik heb geprobeerd om de lessen van mijn patroon door te geven.”
En, gelukt?
Balak: “Ja, ook ik leg consequent afspraken met cliënten vast. Bij De Roos had ik al geleerd om een goed stuk te schrijven. Ik profiteer hier van de feedback die ik daar heb gekregen. Leverde ik als advocaat-stagiaire stukken bij Renske in, dan had ze weinig commentaar op de structuur maar meer op de juridische inhoud. Logisch, ik moest me compleet nieuwe rechtsgebieden eigen maken. Soms verwees ze naar jurisprudentie die ze mistte. Was het wat complexer, dan stelde ze voor om het erover te hebben.
In het begin legde ze uit hoe ik een nieuwe zaak zou kunnen aanvliegen. Ze hamerde erop dat ik voorspelbare dingen, zoals het indienen van processtukken, goed en tijdig moest doen. Op die manier creëer ik ruimte om de vele onvoorspelbaarheden in ons vak op te vangen.
Ik heb nu minder ondersteuning nodig dan als pupil, maar nog steeds kan ik alles vragen en maakt ze altijd tijd voor me – soms zelfs tot tien minuten voordat ze een zitting heeft. Renske zet altijd een extra stapje en barst van de tips.”
Vertel!
Balak: “Laatst had ik een cliënt die met ChatGTP haar eigen beroepschrift had geschreven, inclusief jurisprudentie uit het verkeerde rechtsgebied. Onze cliënten zeggen vaak dat ze zich niet gehoord voelen. Ik wilde haar stuk niet botweg negeren. Renske tipte mij om haar een brief te laten schrijven waarin zij uitlegt waarom ze de zaak zo belastend vindt. Ik heb nu twee stukken voor de rechter: mijn processtuk met bijlagen en de niet-juridische brief van cliënt. Wie weet leest de rechter haar visie op de zaak ook.”
Imkamp: “Kiran is intrinsiek gedreven om zaken te doen die er voor mensen persoonlijk toe doen. Heel knap hoe ze zich in korte tijd nieuwe, complexe rechtsgebieden eigen heeft gemaakt! Ook heb ik gezien dat ze het uitstekend doet op zittingen: duidelijk, rustig, vriendelijk.”
Balak: “Een goede voorbereiding geeft mij zelfvertrouwen. Ook voel ik me gesterkt door Renskes complimenten: ik weet dat het oké is om dicht bij mezelf te blijven.”
Imkamp: “Wat ze vooral heeft geleerd is hoe ze grenzen moet stellen en sores moet loslaten. De achtergrond van onze cliënten maakt dat ze soms op iets in de procedure in de weerstand schieten. Ze weigeren dan bijvoorbeeld een bepaald formulier te ondertekenen.”
Balak: “Nee hè, we zijn er bijna, dacht ik dan. Dit schaadt je zaak.”
Imkamp: “In zo’n situatie moet je achterhalen wat erachter zit en kijken of je diegene kunt overhalen.”
Balak: “Inmiddels accepteer ik dat dit niet altijd lukt. Na gesprekken met Renske en andere kantoorgenoten ben ik gaan beseffen dat je iemand die zichzelf niet wil helpen niet kunt redden. Mijn taak is beperkt.”
Lijken jullie op elkaar?
Balak: “We houden veel rekening met anderen. Daarnaast hebben we allebei een soort enthousiasme voor ons werk én het leven; mooie momenten met onze dierbaren, etentjes, hardlopen, boeken, films.”
Imkamp: “Onlangs zijn we na een drukke week overdag naar de film gegaan: Die My Love. Ik stimuleer Kiran en Gijs om hun werktijden origineel aan te vliegen. Ze zijn eigen baas, dus wat werkt het best voor hen?”
Verschillen?
Imkamp: “We gaan anders met cliënten om. Kiran is veel geduldiger dan ik. Zij legt kalm aan cliënten en wederpartijen uit hoe iets zit. Dat komt de relatie ten goede en scheelt tijd. Ik leer daarvan.”
Balak: “Ik schrik niet van heftige emoties. In dat geduldige herken ik mijn moeder en opa, die in het onderwijs werkten.”
Imkamp: “Onze werkrelatie is open. Kiran en ik durven tegen elkaar te zeggen wat we niet handig hebben gedaan. Onze relatie is nu gelijkwaardiger dan toen zij advocaat-stagiaire was.”
Balak: “Al heeft Renske natuurlijk een flinke kennisvoorsprong. Ik wil steeds beter worden en nog jarenlang sociaal advocaat zijn. De universiteit van Tilburg heeft een master sociale advocatuur. Het lijkt me leuk om gastcolleges te geven.”
Imkamp: “Omdat onze zaken heel specialistisch zijn, is er vaak nog geen rechtspraak over. Door te procederen draag ik bij aan de rechtsontwikkeling. Ik ben nog lang niet klaar met mijn vak. Ooit zou ik de Ombudsman van Amsterdam willen zijn.”






