
Met het afnemende aantal juristen in de Tweede Kamer zien advocaten Jeltje Straatman (CDA), Jeroen Princen (Volt) en Margreet de Boer (GroenLinks/PvdA) het als hun verantwoordelijkheid om de rechtsstaat te versterken. Zij willen bijdragen aan beter wetgevingswerk en meer aandacht voor juridische kwaliteit en democratische stabiliteit.
Meer juristen voor sterkere wetgeving
Het aandeel juristen in de Tweede Kamer is gedaald tot vijftien procent, terwijl dat in de vorige eeuw nog bijna de helft was. Volgens kandidaat-Kamerleden Straatman, Princen en De Boer is dat een zorgelijke ontwikkeling. Zij vinden dat politiek en recht meer in balans moeten komen om wetten goed te laten functioneren binnen de democratische rechtsstaat.
Jeltje Straatman, advocaat bij Stibbe en nummer zes op de CDA-lijst, ziet het als haar roeping om zich in de Kamer hard te maken voor een onafhankelijke rechtspraak. Ze benadrukt dat de scheiding der machten steviger moet worden verankerd en dat politieke invloed op instellingen zoals de Raad van State of het Openbaar Ministerie moet worden beperkt. Voor haar is het Kamerlidmaatschap een manier om vanuit juridisch vakmanschap de samenleving veerkrachtiger te maken.
Volt-kandidaat Jeroen Princen, die ruim dertig jaar advocaat is geweest bij DVDW in Rotterdam, wil structurele waarborgen voor de rechtsstaat vastleggen. Hij pleit voor een apart hoofdstuk in de rijksbegroting dat de financiering van rechtsstatelijke instituties beschermt, een Planbureau voor de Rechtsstaat dat jaarlijks rapporteert over de stand van zaken, en meer transparantie binnen politieke partijen.
Wetgevingskwaliteit en maatschappelijke betekenis
Margreet de Boer, advocaat bij Van Kempen c.s. en voormalig senator voor GroenLinks, vindt vooral de kwaliteit van wetgeving zorgwekkend. Uit haar ervaring in de Eerste Kamer concludeert ze dat adviezen van de Raad van State te vaak worden genegeerd en dat voorstellen soms strijdig zijn met Europese regels of grondrechten. Daardoor stokt het beleid uiteindelijk in de uitvoering.
Voor alle drie geldt dat hun jarenlange juridische ervaring een brug vormt tussen wet en praktijk. Zij willen beleid niet alleen juridisch houdbaar maken, maar ook uitvoerbaar en menselijk. De manier waarop de overheid met minderheden omgaat, zien zij daarbij als toetssteen voor de staat van de democratie.
Straatman, Princen en De Boer hopen dat juristen in de politiek helpen om discussies weer meer over inhoud en kwaliteit te laten gaan, in plaats van over polariserende standpunten. Zo willen zij de Tweede Kamer niet alleen juridisch versterken, maar ook bestuurlijk stabieler maken