Het dekenberaad doet een nieuwe oproep aan strafrechtadvocaten om Ridouan Taghi bij te staan in hoger beroep van het Marengo-proces. Advocaten worden daarbij verzekerd van steun, samenwerking en veiligheidswaarborgen.
Teamverdediging als nieuwe aanpak
Een team van advocaten moet Ridouan Taghi alsnog rechtsbijstand bieden in het hoger beroep van het omvangrijke Marengo-proces. Sinds de arrestatie van zijn laatste raadsman, Vito Shukrula, in april dit jaar zit de hoofdverdachte zonder juridische vertegenwoordiging. Eerdere pogingen van het dekenberaad om een advocaat te vinden bleven zonder resultaat.
Om deze patstelling te doorbreken, heeft het landelijke overlegorgaan van de twaalf lokale dekens vandaag alle strafrechtadvocaten opgeroepen om zich te melden. Nieuw is dat het beraad inzet op een teamverdediging. Daarmee wil het voorkomen dat één enkele advocaat de druk van deze uitzonderlijk zware zaak moet dragen. Volgens het dekenberaad worden er waarborgen ontwikkeld voor bijstand in teamverband, afstemming en overleg, financiering en veiligheid. Het doel: een advocaat staat er niet alleen voor.
Geïnteresseerde advocaten kunnen zich tot 7 januari 2026 melden. Ook wie deelname slechts overweegt, kan vertrouwelijk een gesprek aangaan over de voorwaarden waaronder de verdediging kan worden gevoerd.
Juridische en praktische impasse
De nieuwe oproep is bijzonder omdat de wet sinds vorig jaar maximaal twee advocaten per verdachte toestaat. Dat voorschrift werd juist ingevoerd na eerdere incidenten rond Taghi’s verdediging, waaronder de aanhoudingen van meerdere voormalige raadslieden op verdenking van betrokkenheid bij zijn criminele organisatie. In dit specifieke geval wordt nu van dat uitgangspunt afgeweken.
Het gerechtshof en het Openbaar Ministerie drongen eerder bij Taghi aan om op grond van artikel 13 van de Advocatenwet een formeel verzoek te doen tot toewijzing van rechtsbijstand. Volgens het OM kan het proces niet oneindig worden uitgesteld omdat dertien medeverdachten op hun uitspraak wachten.
Ridouan Taghi, die in eerste aanleg tot een levenslange gevangenisstraf is veroordeeld voor het geven van opdrachten tot liquidaties, verklaarde vorige maand ‘radeloos’ te zijn. Hij stelt bereid te zijn zelfs een onder dwang toegewezen advocaat te accepteren, maar spreekt weinig vertrouwen uit in een snelle oplossing.






