
Ondanks eerdere beloften uit het regeerakkoord gaat de verzelfstandiging van de bestuursrechtspraak van de Raad van State niet door. Het daarvoor gereserveerde budget wordt ingezet om het tekort aan gevangeniscapaciteit op te vangen, zo vermeldt de Trouw.
Van ferme belofte naar bijstelling
Nog geen jaar geleden stond het nadrukkelijk in het regeerakkoord van kabinet-Schoof: de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State zou worden verzelfstandigd. De maatregel moest voorkomen dat de Raad van State zowel als hoogste bestuursrechter fungeert, terwijl hij ook de regering adviseert over wetgeving. Dat deze dubbele rol staatkundig onzuiver zou zijn, is al meer dan een eeuw onderwerp van debat.
De parlementaire enquêtecommissie Fraudebeleid en Dienstverlening deed begin 2024 nog de aanbeveling dat de Raad van State enkel als adviesorgaan zou moeten functioneren, terwijl de bestuursrechtspraak onder de rechterlijke macht zou worden ondergebracht. Volgens de commissie zou dit de onafhankelijkheid van de bestuursrechters versterken. De toeslagenaffaire gold daarbij als sprekend voorbeeld: de Raad van State ging lang mee in de redenering van de Belastingdienst, met desastreuze gevolgen voor burgers.
Budget naar cellentekort
In de onlangs gepresenteerde begroting voor 2026 van het ministerie van Justitie en Veiligheid staat echter dat de eerder gereserveerde 50 miljoen euro een andere bestemming krijgt. Het geld, dat ook bedoeld was voor de oprichting van een constitutioneel hof – een idee van NSC-leider Pieter Omtzigt – gaat naar het bouwen van extra gevangeniscellen. Volgens ramingen dreigt er in 2030 een tekort van achthonderd cellen.
Oppositiepartijen hadden deze zomer al voorgesteld om het budget vooral hiervoor te gebruiken, maar met behoud van het plan om de Raad van State op te splitsen. Dat laatste gaat nu niet door.
Kritiek uit de Kamer
Binnen de Raad van State leeft bovendien weinig animo voor een reorganisatie. Voorzitter van de Afdeling advisering Thom de Graaf liet in 2024 weten niet te begrijpen waarom de huidige situatie “onzuiver of onwenselijk” zou zijn. Ook waarschuwde hij dat hervormingen de doorlooptijd van zaken kunnen vertragen.
In de Tweede Kamer ligt de situatie anders. Een meerderheid steunde afgelopen juni nog een motie van SP’er Michiel van Nispen, die opriep om vóór het einde van dit jaar een wetsvoorstel te presenteren om de Raad op te splitsen. Dat dit voornemen nu via de begroting wordt teruggedraaid, noemt Van Nispen “slinks” en in strijd met de wens van de Kamer.