
Het levenstestament viert zijn vijftienjarig bestaan en blijkt razend populair. Inmiddels hebben 1,8 miljoen Nederlanders zo’n akte opgesteld en de verwachting is dat dit aantal binnen een jaar de grens van 2 miljoen zal overschrijden.
Het levenstestament, inmiddels de nummer vier op de lijst van meest getekende notariële akten, geeft mensen de mogelijkheid vast te leggen wie namens hen beslissingen neemt als zij dat zelf niet meer kunnen. Volgens KNB-voorzitter Barbara van Kampen voorziet het instrument in een sterke behoefte. “Zonder levenstestament moeten familieleden naar de kantonrechter, en dat is vaak een langdurige en onprettige route.”
Ontstaan en ontwikkeling
Het idee voor het levenstestament ontstond vijftien jaar geleden op initiatief van kantonrechters, die wezen op de problemen rondom financiële en persoonlijke beslissingen bij wilsonbekwaamheid. In 2010 werden de eerste akten opgesteld. Sindsdien is het gebruik elk jaar toegenomen. Waar het aanvankelijk vooral ging om financiële volmachten, zijn later ook medisch-inhoudelijke bepalingen toegevoegd, op verzoek van cliënten. Volgens notarieel jurist Chanien Engelbertink en juridisch adviseur Madeleine Hillen sluit het levenstestament daarmee naadloos aan bij het principe van autonomie in het recht.
Een medische volmacht kan in de praktijk zeer waardevol zijn, bijvoorbeeld in gevallen waarin overleg met artsen en zorginstellingen noodzakelijk is. Hoewel artsenorganisaties kritisch zijn over bepalingen rondom euthanasie, benadrukte de KNB dat notarissen cliënten wel degelijk kunnen ondersteunen bij het vastleggen van medische wilsverklaringen, zolang daarbij ook de arts wordt betrokken.
Toekomst en verbeterpunten
De KNB bepleit inmiddels een wettelijke basis voor het levenstestament om de rechtszekerheid verder te vergroten. Dit zou onder meer betekenen dat gevolmachtigden meer status verkrijgen in procedures bij de kantonrechter en dat het Centraal Levenstestamentenregister een stevigere rol krijgt.
Daarnaast zijn er praktische verbeterpunten, stelt Engelbertink. Zo vormt de digitalisering nog een uitdaging, omdat gemachtigden vaak geen toegang hebben tot accounts van instanties. Ook de bekendheid van het levenstestament bij organisaties laat te wensen over, wat in de praktijk voor ongemak kan zorgen. Verder zou een duidelijkere lay-out de leesbaarheid voor niet-juristen vergroten.
Volgens Hillen en Engelbertink is het levenstestament inmiddels volwassen geworden. Met een wettelijke regeling in het vooruitzicht lijkt de akte zich definitief te hebben gevestigd als een onmisbaar instrument voor financiële én persoonlijke zekerheid.