Voormalig advocaat Inez Weski is voor het eerst sinds lange tijd weer in het openbaar in de rechtszaal verschenen om volledige inzage in haar detentiedossier te eisen. Zij stelt dat zij tijdens haar geheime detentie in Kamp Zeist in levensgevaar is geweest en dat belangrijke stukken over haar verblijf worden achtergehouden.
In onder andere Het Parool is te lezen dat voormalig advocaat Inez Weski (70), oud-raadsvrouw van Marengo-hoofdverdachte Ridouan Taghi, dinsdag in Den Haag verschenen is in een bestuursrechtelijke procedure tegen de Staat om volledige inzage in haar detentiedossier af te dwingen. Zij heeft eerder al inzage gehad, maar meent dat er gegevens worden achtergehouden. In overleg met de rechter is besloten tot een nieuwe inzageronde en is de zaak voor onbepaalde tijd aangehouden. In de rechtszaal voerde Weski zelf het woord; het was voor het eerst sinds lange tijd dat zij weer in het openbaar optrad, bijgestaan door haar advocaat en haar zus, met wie zij jarenlang een advocatenkantoor runde.
Geheime detentie in Kamp Zeist
Weski werd in april 2023 aangehouden op verdenking van deelname aan de criminele organisatie van haar voormalige cliënt Taghi en van het doorspelen van informatie van en naar hem vanuit de gevangenis. De eerste negen dagen van haar voorarrest bracht zij door op een geheime locatie in Kamp Zeist, die voor haarzelf, de toezichthouders en de buitenwereld verborgen bleef. Over die periode ontstond veel ophef; volgens Weski is haar gevangenschap daar onrechtmatig geweest en wil zij alles weten over de omstandigheden waaronder zij daar vastzat. Zij beschrijft de locatie als een ‘ondergrondse bunker’ in Kamp Zeist, waar zij naar eigen zeggen meerdere bijna-doodervaringen had en blijvende gezondheidsschade opliep, mede gezien haar diabetes en hartklachten.
Weski zegt dat haar leven tijdens de geheime detentie in gevaar is geweest en dat haar familie in die periode dacht dat zij mogelijk was overleden, zonder dat dit aan hen werd verteld. Zij benadrukt dat zij nog altijd niet begrijpt welke zwaarwegende veiligheidsoverwegingen eraan ten grondslag lagen om haar op deze geheime plek te detineren, in plaats van direct in een reguliere penitentiaire inrichting. Over de verplaatsing na negen dagen naar een reguliere gevangenis bestaan wel schriftelijke stukken, maar over de eerste detentieweek zouden beslissingen vooral mondeling zijn genomen.
Strijd om volledige inzage
In de bestuursrechtelijke procedure beroept Weski zich op een keur aan wet- en regelgeving die haar volgens haar het recht geeft op volledige inzage in haar detentiedossier, inclusief de zwartgelakte passages. Zij vindt het ‘zeer ongeloofwaardig’ dat zij tot nu toe alle relevante stukken heeft gezien en stelt dat ‘er meer moet zijn’ over de besluitvorming rond haar plaatsing in Kamp Zeist en de omstandigheden van haar verblijf daar. De rechter heeft met partijen afgesproken dat het ministerie van Justitie en Veiligheid uitgebreidere documenten zal verstrekken, die Weski vervolgens mag inzien.
Wanneer deze nieuwe inzageronde precies zal plaatsvinden, is nog onduidelijk; Weski’s advocaat dringt aan op een ‘redelijke termijn’. Ondertussen loopt de strafzaak tegen Weski door, waarin zij wordt verdacht van deelname aan een criminele organisatie en het doorspelen van informatie van en naar Taghi. De inhoudelijke behandeling van die strafzaak staat gepland voor 2 april, maar het is nog niet zeker of de nieuwe inzageronde in de bestuursrechtelijke procedure dan zal zijn afgerond.






