
Het Hof van Discipline moet de schrapping van het tableau van voormalig advocaat Juchter van Bergen Quast opnieuw onder de loep nemen. Die diende met een succes een herzieningsverzoek in: hetzelfde hof heeft afgelopen vrijdag geconcludeerd dat er sprake is geweest van een ‘oneerlijk proces’.
Juchter van Bergen Quast, die als advocaat praktijk hield in Den Haag en Dordrecht, werd in april dit jaar door het Hof van Discipline van het tableau geschrapt. In navolging van de Raad van Discipline verklaarde ook het hof een dekenbezwaar geheel gegrond. Uit het dekenonderzoek waren onder meer misbruik van Lichte Advies Toevoegingen, beroepsfouten, onvoldoende nazorg aan cliënten en onvolledige dossiers naar voren gekomen. Bovendien liet de advocaat juristen werkzaamheden uitvoeren waarvoor zij niet gekwalificeerd waren. ‘Ontluisterend,‘ zo omschreef het hof de toestand van de praktijk.
Vier dagen na zijn schrapping diende Juchter van Bergen Quast al een herzieningsverzoek in. Hoewel de Advocatenwet normaliter geen mogelijkheid biedt om een definitieve uitspraak van de tuchtrechter te herzien, zijn hierop uitzonderingen mogelijk, aldus het hof. Dan moet wel duidelijk vaststaan dat er sprake is geweest van ‘een oneerlijk proces doordat een fundamenteel rechtsbeginsel is geschonden’.
Volgens Juchter van Bergen Quast was tussen hem, het hof en de deken afgesproken dat het hof alleen zou oordelen of hij inderdaad misbruik had gemaakt van toevoegingsgelden. Bij de behandeling in hoger beroep boog het hof zich echter alsnog over het complete feitencomplex, inclusief de beroepsfouten, de ontbrekende nazorg en de gebrekkige kantoororganisatie en dossiers. Over deze klachten was hij niet nader gehoord. Hiermee is volgens de geschrapte advocaat ‘inbreuk gemaakt op een goede procesorde’, zodat er geen sprake is geweest van een eerlijk proces.
In de – nog niet gepubliceerde – uitspraak van 13 december bevestigt het hof deze gang van zaken, op basis van het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van de zaak. Hieruit volgt volgens het hof ‘niet alleen dat het hof op die zitting nadrukkelijk te kennen heeft gegeven in hoger beroep alleen te oordelen over het klachtonderdeel misbruik van toevoegingsgelden, maar ook dat verzoeker op dat moment niet gehoord is over de in rechtsoverweging 5.3 van de beslissing genoemde klachten. Ook in het vervolg van de procedure is verzoeker daarover niet gehoord’.
Toch oordeelde het Hof van Discipline in april dit jaar wel op grond van alle klachten, zonder dat ze waren besproken op zitting. ‘Hiermee heeft het hof een fundamenteel rechtsbeginsel geschonden – het beginsel van hoor en wederhoor – en is er geen sprake geweest van een eerlijk proces,’ bevestigt het Hof van Discipline.
Het is nog niet bekend wanneer het hof de tuchtzaak tegen Juchter van Bergen Quast opnieuw zal behandelen. De jurist legde het Hof van Discipline eerder het vuur aan de schenen: het hof moest het hoger beroep in een andere tuchtzaak tegen hem overdoen wegens het wekken van de schijn van vooringenomenheid door voormalig Hof van Discipline-voorzitter Van Dijk.
Update 26 augustus 2020: de herziening is in de zomer van 2020 behandeld. Het Hof van Discipline heeft de schrapping op 24 augustus 2020 ongedaan gemaakt en een voorwaardelijke schorsing van 26 weken opgelegd.