
Wat gebeurt er met de ontwikkeling van jonge advocaten als routinematig werk grotendeels verdwijnt door kunstmatige intelligentie? Minesh Tanna ziet daarin een van de grootste uitdagingen voor de toekomst van de juridische praktijk. “Mijn instinct is gevormd door jarenlang bewijs doorploegen. Hoe ontwikkelt een junior straks dat gevoel als die fase er niet meer is?”
Al meer dan tien jaar houdt Tanna zich bezig met de impact van AI op de advocatuur. Anders dan sommigen die een snelle omwenteling voorspellen, verwacht hij dat de veranderingen trager verlopen. “Richard Susskind zegt dat we rond 2030 of 2035 een totaal andere industrie zullen zien. Ik denk dat het langzamer gaat.”

Volgens Tanna ligt dat aan de cultuur van de sector. Veel advocaten zijn volgens hem huiverig en denken dat hun werk veilig is. “Dat is vooral een kwestie van gebrek aan kennis. Er is een gevoel van: dit raakt mij niet. Maar dat is niet realistisch.” Hij wijst erop dat de rechtspraak er in veel landen nog bijna hetzelfde uitziet als honderd jaar geleden. “Het systeem is nauwelijks veranderd, en dat maakt dat de impact van AI stap voor stap zal doordringen.”
Hij is partner litigation bij Simmons & Simmons in Londen en leidt daar de internationale AI-groep. Vanuit die positie adviseert hij cliënten én beleidsmakers en geldt hij internationaal als een van de voorlopers in de toepassing van kunstmatige intelligentie in het recht.
AI en jonge advocaten
De gevolgen van AI zijn volgens Tanna het duidelijkst bij het instapwerk dat traditioneel door junioren werd gedaan. Documentanalyse en jurisprudentieonderzoek vormden jarenlang de leerschool van toekomstige partners. “Als die werkzaamheden door AI worden overgenomen, is het de vraag hoe advocaten hun gevoel voor bewijs en strategie ontwikkelen.”
Die zorg houdt hem wakker. “Het is een van de twee dingen die me ’s nachts bezig houden.” Zonder basiswerk verdwijnt ook de leerschool die juristen altijd heeft gevormd.
Volgens Tanna betekent dit dat menselijke vaardigheden als intuïtie, empathie en strategisch inzicht belangrijker worden, maar niet langer vanzelf ontstaan. “Het menselijke oordeel verdwijnt niet, maar je moet er bewuster aan bouwen.”
Bij zijn eigen kantoor gebeurt dat met verplichte trainingen in AI-geletterdheid en een interne digitale assistent, Percy. Daarmee kunnen advocaten veilig oefenen zonder vertrouwelijke gegevens prijs te geven. Belangrijker nog: juristen worden actief betrokken bij de ontwikkeling. “Omdat zij meedenken over de toepassingen, ervaren ze het niet als iets dat van bovenaf wordt opgelegd, maar als iets dat uit de praktijk zelf groeit.”
Toch ziet hij dat veel kantoren achterblijven. Sommigen lopen voorop, anderen doen vrijwel niets. “Het zou net zo absurd klinken als een kantoor in de jaren tachtig dat besloot geen computers te gebruiken. Maar dat is precies de houding die je nog vaak ziet ten opzichte van AI.”
Businessmodel en rol van de advocaat
AI raakt ook het verdienmodel. Het klassieke uurtarief past slecht bij een praktijk waarin systemen in seconden doen wat advocaten vroeger dagen kostte. “We bewegen naar een wereld waarin cliënten de uitkomst waarderen en minder geïnteresseerd zijn in hoeveel uren erin zijn gestopt.”
Tanna vergelijkt het met eerdere technologische omslagen. Bij e-discovery namen algoritmen het bulkwerk over en verdwenen hele zalen vol junioren met ordners. “Ook toen moesten de prijsmodellen mee veranderen.”
Hij verwacht dat dit nu opnieuw gebeurt: geen abrupte revolutie, maar een gestage verschuiving naar vaste prijzen, abonnementen en succesvergoedingen. Het werk dat overblijft wordt kleiner in volume maar groter in waarde. “Misschien vraagt de topadvocaat in 2035 wel een veel hoger tarief, omdat hij alleen nog het deel doet dat AI niet kan.”
Dat verandert ook de rol van de advocaat. Waar nu nog vaak de nadruk ligt op het controleren van AI-uitvoer, voorziet Tanna dat systemen op termijn betrouwbaarder zullen zijn dan mensen. De meerwaarde van juristen verschuift dan naar domeinen waar machines tekortschieten: procesintuïtie, empathie en overtuigingskracht in de rechtszaal. “Wat overblijft zijn de echt menselijke elementen van het vak.”
Volgens hem zal dat ook de samenstelling van kantoren veranderen. “We zullen er over tien jaar waarschijnlijk anders uitzien. Er zullen minder advocaten zijn, maar meer technologen en datawetenschappers. In veel opzichten zullen kantoren meer gaan lijken op technologiebedrijven.”
Verantwoord gebruik en nieuwe vragen
Het tweede punt dat hem ’s nachts bezig houdt, is vertrouwelijkheid. Het risico dat gevoelige cliëntgegevens onbedoeld in externe systemen terechtkomen, acht hij groot. Dat verklaart waarom hij vertrouwt op veilige interne oplossingen en waarom AI-geletterdheid zo belangrijk is. “Je kunt de technologie niet inzetten zonder na te denken over data security en vertrouwelijkheid.”
Naast die vertrouwelijkheidskwestie ziet Tanna blijvende risico’s als bias en foutieve uitkomsten. Toch vindt hij het kortzichtig om technologie na een eerste misstap af te schrijven. “Een junior die een vergissing maakt, stuur je ook niet meteen weg. Met AI moet je hetzelfde doen: leren hoe je het verantwoord gebruikt.”
Daarom pleit hij voor AI-geletterdheid in de hele sector. Advocaten moeten weten wat systemen kunnen en waar ze falen. Ook cliënten spelen hierin een rol. “Sommige opdrachtgevers verbieden AI expliciet, anderen verwachten juist dat je het gebruikt om sneller en goedkoper te werken.” In beide gevallen draait het volgens hem om vertrouwen en transparantie. “Alleen gebruiken waar het gepast is, en eerlijk zeggen waar dat niet zo is.”
Verder vooruitkijkend voorziet hij fundamentele discussies. “Het klinkt misschien saai, maar ik denk dat AI-systemen op enig moment een beperkte rechtspersoonlijkheid krijgen. Niet omdat we willen dat robots in toga’s in de rechtszaal staan, maar omdat er een praktische oplossing nodig is: een systeem dat zelfstandig een pot met geld heeft voor schadevergoeding.” Zulke kwesties vragen volgens hem om een vroegtijdig debat, nog voordat de technologie volledig is ingeburgerd.
Conclusie
Voor Tanna draait de toekomst van AI in de advocatuur uiteindelijk om de vorming van de volgende generatie. Routinetaken verdwijnen, verdienmodellen verschuiven en de rol van de advocaat verandert. “Als je het werk weghaalt dat altijd de basis van het vakmanschap was, moet je iets teruggeven. Anders verdwijnt het instinct dat goede advocaten groot maakt.”