
Wat als een advocaat in hoger beroep onvoldoende de strategie afstemt met zijn cliënt en essentiële processtappen nalaat? In deze zaak stond de vraag centraal of een advocaat persoonlijk aansprakelijk kan worden gehouden voor deze beroepsfouten, ondanks dat zijn aansprakelijkheid contractueel was uitgesloten. Lees er meer over in de case van Howden.
De zaak
In deze zaak oordeelt de Rechtbank Gelderland over de beroepsaansprakelijkheid van een advocaat. De eiser raakt verwikkeld in een erfrechtgeschil met zijn kinderen, waarin wordt vastgesteld dat hij – vanwege het aangaan van een geregistreerd partnerschap met gemeenschap van goederen – verplicht is zekerheid te stellen jegens de kinderen van zijn overleden ex-echtgenote.
Na dit vonnis schakelt hij een advocaat in om hoger beroep in te stellen. De opdracht wordt formeel gesloten met het advocatenkantoor. De toepasselijke algemene voorwaarden bepalen expliciet dat alle opdrachten uitsluitend worden aanvaard door het kantoor en dat de artikelen 6:76, 7:404, 7:407 lid 2 en 7:409 BW uitdrukkelijk zijn uitgesloten. Daarmee wordt beoogd de persoonlijke aansprakelijkheid van medewerkers, waaronder de advocaat, contractueel uit te sluiten.
Contractuele uitsluiting
Deze contractuele uitsluiting staat echter niet in de weg aan een vordering uit onrechtmatige daad. De rechtbank overweegt dat de clausule geen expliciete uitsluiting van artikel 6:162 BW bevat. De tekst verwijst naar genoemde artikelen, maar noemt onrechtmatige daad niet.
Omdat sprake is van een overeenkomst tussen een professionele dienstverlener en een consument, past de rechtbank de contra-proferentemregel toe (artikel 6:238 lid 2 BW). Bij twijfel prevaleert dan de voor de consument gunstigste uitleg. De rechtbank concludeert dat de clausule niet kan worden gelezen als een uitsluiting van persoonlijke aansprakelijkheid op grond van onrechtmatige daad.
Oordeel rechtbank
Vervolgens beoordeelt de rechtbank het handelen van de advocaat en oordeelt dat zijn handelwijze niet voldoet aan de zorgvuldigheid die van een redelijk bekwaam en redelijk handelend advocaat mag worden verwacht. Zo stemt de advocaat de strategie onvoldoende af met zijn cliënt en ontvangt de cliënt de memorie van grieven pas een half uur voor indiening, en laat de advocaat na een mondelinge behandeling te verzoeken, terwijl hij dit wel aan de cliënt toezegt. Bovendien heeft hij geen grieven gericht tegen een groot deel van de afwijzing van de verrekeningsvordering.
Hoewel de rechtbank oordeelt dat een andere uitkomst in hoger beroep ten aanzien van de uitleg van de zekerheidsverplichting niet aannemelijk is, acht zij het gemis aan grieven over de verrekeningsvorderingen wél van doorslaggevend belang. Volgens de rechtbank bestaat een condicio-sine-qua-non-verband tussen dit verzuim en het verlies van een reële kans op succes. In dat kader past zij de leer van de kansschade toe en begroot de schade op € 49.475. De overeenkomst van de opdracht wordt ontbonden en het kantoor wordt veroordeeld tot terugbetaling van het reeds betaalde factuurbedrag van € 3.905,65.
Deze uitspraak maakt duidelijk dat een contractuele uitsluiting van aansprakelijkheid geen vrijbrief is voor onzorgvuldig handelen door een advocaat. Duidelijke communicatie en het actief afstemmen van de strategie met de cliënt mag ten alle tijden van een advocaat gevergd worden.
Bron: Rechtbank Gelderland, 9 april 2025, ECLI:NL:RBGEL:2025:2674
Meer weten over verzekeringen voor advocaten?
Maak kennis met: Erik Stoffels Howden (BP) | Manager Howden Business Professionals | Specialist PI & Cyber
013 – 750 78 02 | erik.stoffels@howdennederland.nl | https://www.howdengroup.com/nl-nl/sectoren/business-professionals/advocaten