De Haagse voorzieningenrechter oordeelt dat het cameratoezicht bij gesprekken tussen gedetineerden en hun advocaten in de Extra Beveiligde Inrichting (EBI) en de Afdelingen Intensief Toezicht (AIT) niet zonder meer in strijd is met het recht op vertrouwelijke communicatie. Ook de beperking van het aantal advocaten per gedetineerde acht de rechter niet onrechtmatig, zo bericht het Advocatenblad.
De zaak draait om Anouar T., neef van Ridouan T., die vastzit in een AIT voor drie strafbare feiten, waaronder zijn betrokkenheid bij de moord op advocaat Derk Wiersum en die in 2024 tot 26 jaar cel is veroordeeld. Hij verzette zich in kort geding tegen de nieuwe regels die sinds 1 november gelden voor advocatenbezoek in de EBI en op AIT’s. Volgens T. en zijn advocaten tast het visuele toezicht via camera’s de vertrouwelijkheid van de communicatie zodanig aan dat vrij overleg niet meer mogelijk is.
Visueel toezicht onder vuur
T. en zijn raadslieden stellen dat de camera’s in de gespreksruimte zo zijn gepositioneerd dat gesprekken inhoudelijk gevolgd kunnen worden en liplezen mogelijk is, mede doordat de gebruikte apparatuur vergelijkbaar zou zijn met in China ingezette camera’s. Zij voerden aan dat de voorzieningenrechter het visueel toezicht daarom zou moeten verbieden. De rechter erkent dat de discussie over de camera’s een ‘enig chilling effect’ kan hebben, omdat cliënten en advocaten zich mogelijk geremd voelen om vrijuit te spreken.
Toch ziet de voorzieningenrechter geen redelijke gronden voor de overtuiging dat gesprekken daadwerkelijk worden afgeluisterd of inhoudelijk gevolgd. De bezwaren van de eisende partij zijn volgens het vonnis ‘weinig concreet’ onderbouwd. Het visueel toezicht is daarmee niet zonder meer in strijd met het recht op vertrouwelijke communicatie tussen een gedetineerde en een advocaat en de maatregelen zijn niet onmiskenbaar onrechtmatig, aldus de rechter.
Beperking aantal advocaten
Naast het cameratoezicht bestreed T. ook de beperking op het aantal advocaten dat een gedetineerde in EBI of AIT mag ontvangen. Sinds 1 november mag een gedetineerde in principe nog maar twee advocaten ontvangen, terwijl T. vanwege drie lopende strafzaken met minstens vijf advocaten wil kunnen overleggen. Ook op dit punt stelt de voorzieningenrechter hem in het ongelijk.
In de situatie van T. is volgens de rechter geen sprake van een onrechtmatige beperking van het recht op vrije advocaatkeuze. De Staat moet rekening houden met de wensen van de verdachte, maar mag grenzen stellen als daar goede redenen voor zijn in het licht van het strenge beveiligingsregime in EBI en AIT. Het vonnis, zoals beschreven in het Advocatenblad, laat de nieuwe regels voor cameratoezicht en advocatenbezoek daarmee in stand.







