
Juridische processen rond grote maatschappelijke projecten kunnen tot complexe tuchtrechtelijke beoordelingen leiden. Onlangs bracht NRC de relatie tussen een geanonimiseerde tuchtrechtelijke uitspraak en drie partners van een bekend advocatenkantoor aan het licht.
Gevolgen van de tuchtrechtelijke procedure
Volgens recente uitspraken van de Raad van Discipline zijn drie advocaten van een groot Zuidaskantoor tuchtrechtelijk veroordeeld wegens het beïnvloeden van een getuige in het financiële conflict tussen Stichting Open Nederland (SON) en een coronatestaanbieder, voortvloeiend uit het project Testen voor Toegang dat onder regie van het ministerie van Volksgezondheid was uitgevoerd.
Het betreffende kantoor stelde contracten op voor SON en aanbieders van teststraten, trad op als juridisch adviseur bij conflicten rond financiële afwikkeling en heeft SON ook in de oprichtingsfase begeleid. De uitspraken van de Raad van Discipline zijn geanonimiseerd, maar NRC heeft de betrokkenen herleid tot drie partners van het Amsterdamse kantoor en een specifieke testaanbieder. Het is belangrijk te benadrukken dat deze koppeling door NRC en niet door de tuchtrechter is gemaakt.
Beoordeling van het gedrag
In een procedure bij de rechtbank Amsterdam oordeelde de Raad van Discipline dat advocaten, optredend namens SON, zich onoorbaar gedroegen tegenover een getuige. Een van hen ontving een berisping wegens het sturen van een e-mail aan een voormalig werknemer van SON, waarin werd gewezen op schending van geheimhoudingsplicht en werd gedreigd met aansprakelijkheid en het intrekken van verklaringen. Volgens de tuchtrechter is dit aan te merken als (een poging tot) ongeoorloofde beïnvloeding van een getuige, wat strijdig is met de kernwaarden van de advocatuur, waaronder integriteit.
Twee andere advocaten ontvingen een waarschuwing, omdat zij onvoldoende afstand namen van het betreffende handelen en zo onvoldoende gewicht gaven aan de gedragsregels van hun beroep.
Reactie en vervolg
De drie betrokken advocaten hebben niet inhoudelijk gereageerd op de uitspraak. Het kantoor meldt dat beroep zal worden ingesteld bij het Hof van Discipline. Tijdens dit beroep willen zij geen verdere toelichting geven op de procedure.