
75 procent van de Nederlandse burgers en ondernemingen heeft vertrouwen in de onafhankelijkheid van rechters. Dat is een opsteker voor de Rechtspraak, want een jaar geleden lag dat cijfer nog vijf procentpunten lager.
Dat blijkt uit het jaarlijkse Rule of Law Report van de EU. Het is niet alleen goed nieuws wat de klok slaat: rechters, advocaten en onderzoekers hebben hun zorgen geuit over het feit dat sommige waarborgen voor de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht alleen op de praktijk en de cultuur berusten. Zij stellen dat de voortzetting van een sterke rechtsstatelijke cultuur niet langer als vanzelfsprekend kan worden beschouwd, vanwege het politieke klimaat van toenemende polarisatie en druk. Onlinebedreigingen tegen een rechter hebben tot verdere bezorgdheid geleid en zijn uitgemond
in een aangifte bij het Openbaar Ministerie.
Politieke inmenging
De rol van de minister van Justitie bij de benoeming van leden van de Raad voor de Rechtspraak en de gerechtsbesturen is ook nog steeds onderwerp van gesprek. De Tweede Kamer, de Raad voor de
Rechtspraak en de Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak herhaalden hun oproep om de
bevoegdheid van de minister van Justitie bij de benoemingsprocedure van kandidaten voor de
Raad voor de Rechtspraak en de gerechtsbesturen te beperken.
Het is nog nooit voorgekomen dat de minister een benoeming heeft tegengehouden, maar wettelijk gezien kan het wel. Eerder dit jaar deed Hen Naves, voorzitter van de Raad voor de rechtspraak, nog een oproep om daar een einde aan te maken. “Bij de benoeming van leden van de Raad voor de rechtspraak mag er geen mogelijkheid meer zijn voor politieke inmenging, ook niet theoretisch”, aldus Naves.
Werklast
Er is enige vooruitgang geboekt met betrekking tot de aanbeveling om personeelstekorten en een hoge werklast bij de rechterlijke macht aan te pakken. Het aantal opleidingsplaatsen voor rechters is geleidelijk verhoogd naar honderdveertig, wat naar verwachting toereikend is om de pensionering van ervaren rechters op te vangen. Wel wordt erop op gewezen dat ervaren rechters vanwege hun werklast slechts over beperkte capaciteit beschikken om nieuwe kandidaten op te leiden.
Desondanks blijft de efficiëntie van het Nederlandse justitiële systeem hoog, met korte doorlooptijden en een hoog afhandelingspercentage. Daarbij wordt ook gewezen op de voortgaande digitalisering, met verbeterde elektronische communicatie en plannen voor onlinezittingen.
Corruptie
Nederland scoort relatief laag op corruptie in vergelijking met andere EU-landen, maar de perceptie is de afgelopen vijf jaar verslechterd. In 2024 stond Nederland op de vijfde plaats binnen de EU volgens Transparency International. Meer dan de helft van de Nederlanders (56%) denkt echter dat corruptie een wijdverspreid probleem is in ons land. Dat is overigens nog aanmerkelijk beter dan het Europese gemiddelde van 69 procent.
Iets minder dan de helft (47%) van de ondervraagde Nederlandse ingezetenen vindt dat het aantal met succes vervolgde zaken volstaat om corruptiepraktijken te ontmoedigen (EU-gemiddelde: 36 %). 45 procent van de ondernemingen is van mening dat burgers en bedrijven die betrapt worden op het omkopen van een hoge ambtenaar, adequaat worden gestraft (EU-gemiddelde: 33 %).
Download hier het volledige Rule of Law Report 2025