Bedrijfsschandalen spreken tot de verbeelding, maar te vaak zoeken we de schuld bij één individu. Francien Rense, partner in de corporate defense-praktijk van Greenberg Traurig, pleit voor een dieper gesprek over de échte verantwoordelijkheid: die van de organisatie zelf.
Verhalen over bedrijfsschandalen staan in de belangstelling en beschrijfschandalen zijn aan de orde van de dag. Het Financieele Dagblad publiceerde deze zomer een reeks vergeten schandalen waaronder vergeten bedrijfsschandalen, en series als Chernobyl, Bad Blood en Toxic Town zijn populair.
Onlangs haalde ik Meltdown, scandal, sleaze and the collapse of Credit Suisse van Duncan Mavin uit de boekenkast. Ik ben een fan van bedrijfsgeschiedenissen en het is ook vanuit professionele optiek interessant om geschiedenissen over bedrijfsschandalen te lezen. Het zijn verhalen over intrigerende gebeurtenissen, vaak met waardevolle inzichten die zeer bruikbaar kunnen zijn. Een “meltdown”-verhaal voegt daar de in het oog springende vraag aan toe “hoe het zo verschrikkelijk mis kon gaan”.
Bedrijven aanspreken
De vraag hoe we die bedrijven daar effectief op aanspreken is dat ook. Maar al te vaak wordt die vraag vervolgens afgeraffeld en nogal ongenuanceerd beantwoord. “Barbertje moet hangen” is veelal het devies.
Zo schrijft Mavin op onderhoudende en goed geïnformeerde wijze hoe Credit Suisse over de tijd, stap-voor-stap afstevende op haar neergang, maar uiteindelijk ook in de spreekwoordelijke split second ineenstortte. Er was op dat moment geen houden meer aan. Hij zoomt in op de ontwikkeling van de banken en de wereld van de banken, en beschrijft de leiders van Credit Suisse. Hij noemt hun prestaties maar vraagt zich ook steeds hardop af waar zij afslagen misten of blinde vlekken hadden. Bij elke leider, CEO of Chair, stelt hij zich de vraag of hij de ondergang van Credit Suisse inluidde.
Als afsluiting van het verhaal en het boek stelt Marvin aan de orde hoe zo’n neergang van een bedrijf valt te voorkomen: “Ermotti also expressed support for a stronger regime to ensure individuals are held accountable for their actions. This seems sensible, and much needed too. (..) Those who cross the line are too rarely punished. The authorities need greater power to go after individuals who are downright negligent or worse. (..) Still, there is a valid point to be made about bank failures. That is, there ought to be consequences for misconduct and mismanagement. Bankers and economist talk about moral hazard – the idea that people engage in riskier behaviour if they think someone else bears the consequences when things go wrong. Executives at Credit Suisse had decades to reform the bank, but they never could.”
Individu of organisatie
Het lijkt wellicht een voor de hand liggende conclusie, maar dat is het niet of in elk geval veel minder dan op het eerste gezicht opkomt. In de beschrijving van de geschiedenis van Credit Suisse valt mij namelijk juist op dat schandalen werden opgevolgd door daar louter een enkele individu op aan te spreken of door te talmen. Kennelijk lukte het keer op keer niet om de organisatie daar effectief aan te spreken en met haar tot een zinnig en impactvol gesprek over inzichten en afwikkeling te komen. Terwijl de organisatie de eerst-aangesprokene is en behoort te zijn; zij beweegt zich immers in het economisch verkeer, op de markt en exploiteert de onderneming; zij is het eerste contact als het daar misgaat.
Ik zie de roep om “Barbertje te hangen” en individuen aan te spreken daar waar het misgaat zo veel en zo vaak, terwijl de kaart en puzzel van verantwoordelijkheid nog niet of onvoldoende is getekend en gelegd. Ik ben ervan overtuigd dat een premature en onterechte roep om “individuen aan te spreken” zelfs contraproductief werkt. Het leidt maar al te vaak tot angst en verstarring. Tot onvermogen om beslissingen te nemen en te durven nemen. Terwijl de individuen, die veelal ook naar eer en geweten hun werk doen binnen een organisatie en in omstandigheden die niet geheel en alomvattend door hen te controleren zijn, bescherming zouden kunnen en mogen genieten van organisaties waarbinnen zij bewegen. Een bescherming niet alleen te respecteren door de organisaties, overigens, maar juist óók door de autoriteiten en, om nog maar een voorbeeld te noemen, de media. De roep om “Barbertje te hangen” is nogal eens slecht gemotiveerd en veel te kort door de bocht.
Ingebakken oorzaak
Marvin geeft het bij wijze van voorbeeld aan daar waar hij in het verband van het voorgaande citaat tevens wijst op korte termijn incentives die leiders aanzetten om zich te focussen op de korte termijn doelen waarbij zij lange termijn effecten uit het oog verliezen, zoals excessieve bonussen. Daar heeft hij natuurlijk een punt. Maar die oorzaak ligt niet zozeer in de handen van de individuen en leiders; zo’n oorzaak is ingebakken in de markt, de organisatie en de organisatiestructuur. Dat is juist een aspect waarover effectief en impactvol door de autoriteiten met de organisatie zou kunnen worden gesproken, waarop de organisatie effectief kan ingrijpen en waarvoor die organisatie verantwoordelijkheid kan nemen.
Ik propageer niet dat bedrijfsschandalen ongestraft moeten blijven. Ik propageer wel dat wordt gekozen voor effectieve methoden van ingrijpen die recht doen aan alle omstandigheden en de context waarin deze zich voordoen. Bij bedrijfsschandalen ligt het voor de hand om te beginnen een serieus gesprek met organisaties te voeren en hen de gelegenheid te bieden inzicht te geven en orde op zaken te stellen. Natuurlijk mag dat gesprek niet op de lange baan worden geschoven. En vanzelfsprekend kan daar ook een serieus gesprek over het acteren van individuen en leiders volgen, maar dat is dan de resultante van die eerste stap en géén doel op zichzelf. Het komt werkelijk voor dat organisaties inzicht willen verzamelen en delen, schoon schip willen maken, daarvoor de verantwoordelijkheid nemen, daarover afspraken maken en daarin hele goede leiders hebben en vinden; wat mij betreft worden die gekoesterd!










