Waar wij juristen tot nu toe vooral gebruikers van technologie waren, moeten we volgens Marijn Rooijmans mede vormgevers worden van de systemen waarmee we werken. In zijn nieuwste column laat hij zien hoe dit leidt tot nieuwe functies, van legal engineer tot legal product owner. Zo tekent zich naast inhoud en management een nieuw carrierepad af: de jurist als degene die de technologie beheerst.
In m’n vorige column vroeg ik me af wie de koks worden in de juridische AI-keuken. Je kunt namelijk wel allerlei apparatuur aanschaffen, maar als je niet weet hoe je ermee moet werken, produceer je nooit een diner van topniveau. Dat is met legal AI net zo.
In m’n constante strijd om een beetje bij te blijven las ik deze week het ‘The State of AI in 2025’ rapport van McKinsey. In het kort: het bevestigt wat ik al om me heen zie. Bijna elk bedrijf zegt inmiddels ‘iets’ met AI te doen. Er wordt volop geëxperimenteerd, maar nauwelijks echt geïntegreerd. Tegelijkertijd verwacht McKinsey dat technologie volgend jaar al bij een derde van de werkgevers tot vermindering van banen gaat zorgen.
De beweging is duidelijk: AI schuift van hulpmiddel naar onmisbaar onderdeel van het werk.
En dat gaat ook het juridische vak veranderen, niet morgen, maar wel vóór ik met pensioen ben. Daarom leek het me goed om eens verder te denken langs de lijn die ik vorige keer inzette, want als onze hele ‘keuken’ verbouwd wordt, wat voor rollen en banen gaan er dan ontstaan?
Niet alleen maar op knoppen drukken
Wij juristen zien onszelf vooral als gebruikers van technologie. Het moet gewoon doen wat wij ervan vragen en anders is het niet goed. We zijn namelijk vrij snel met ons oordeel dat “de technologie nog niet zo ver is”, terwijl de teleurstelling vaak ook voor een deel zit tussen de stoel en het toetsenbord.
Als je AI goed wil gebruiken moet je dus niet alleen weten wat een tool kan, maar vooral ook goed begrijpen wat de beperkingen zijn. De beste manier om daar achter te komen is door nieuwsgierigheid en experimenteren. Dat is eigenlijk key.
Kopen vs. ontwikkelen
Het kopen van legal tech lijkt makkelijk, maar is het niet. De markt voor AI-powered legal tech is op dit moment namelijk een oververhitte bazaar vol beloftes, buzzwords en beta-versies. Maar bij het kopen van technologie gaat het niet alleen om functionaliteit of kosten, maar ook om match met je praktijk, integratie, continuïteit, doorontwikkeling en afhankelijkheid van leveranciers.
Ik weet niet hoe het met jou zit, maar persoonlijk vind ik het extreem lastig om complexe, kostbare technologie aan te schaffen en leveranciers goed aan te sturen. Ik kan geen gefundeerd oordeel vormen na een paar gelikte demo’s, vandaar dat ik dat werk uitbesteed aan een specialist. En dat is iets wat ik in onze sector ook meer verwacht te zien.
Zelf werk ik volgens het principe rent before buy before build. Eerst huren, dan kopen, pas daarna bouwen.
Maar zelfs bij kant-en-klare software moet je configureren, vertalen en testen. Het is de kunst om de brug te slaan tussen de juridische praktijk en technologische realiteit.
Dat vraagt een combinatie van juridisch én technisch inzicht, geduld en communicatieskills. Daar ligt een nieuw vakgebied te wachten: de legal engineer, die niet óf jurist, óf techneut is, maar van allebei een beetje.
Sommige organisaties komen erachter dat er simpelweg niets op de markt is wat goed genoeg is. Dan lijkt er niets anders op te zitten dan zelf ontwikkelen. In alle eerlijkheid: behalve voor de echt grote spelers of de organisaties die zich deels tot techbedrijf willen ontwikkelen, lijkt dat me niet de beste route. Software is geen huis dat je bouwt en dat dan blijft staan. Het is een levend systeem dat continu onderhoud en investeringen vraagt.
Om zo’n traject te leiden heb je niet alleen kennis nodig van juridische inhoud, maar ook van data-analyse, UX, communicatie en projectmanagement. Dat vraagt een zeldzame mix van analytische denker en pragmaticus. Ook dat zie ik als een beroep in wording: de legal product owner, half jurist, half techstrateeg.
Implementeren: het onderschatte vak
Dacht je dat kopen of ontwikkelen lastig was? Met implementeren wordt het echte verschil gemaakt. Technologie installeren lukt altijd, de integratie is de uitdaging. Dat vraagt verandermanagement, training, communicatie en leiderschap.
Niet voor niets noemt McKinsey het herontwerpen van werkprocessen dé succesfactor bij organisaties die resultaat boeken. Niet omdat ze betere software hebben, maar omdat ze anders werken.
Juristen die weten hoe ze mensen kunnen meenemen in nieuwe werkwijzen, die zijn goud waard. Zeker de komende jaren waarin elke juridische organisatie en afdeling over zal gaan naar een AI-centered manier van werken.
Controleren: voorwaarde voor betrouwbaarheid
Controleren wordt misschien wel de belangrijkste nieuwe verantwoordelijkheid. AI wordt steeds slimmer, maar niet feilloos. Om er goed mee te werken en onze legitimiteit als juridische experts te behouden, moeten we controleren, controleren, controleren.
Omdat betrouwbaarheid het fundament van ons werk is, wordt de controlefunctie cruciaal. Elk juridisch team zal professionals nodig hebben die kunnen werken met data-analyse en auditing-tools, zodat ze fouten en bias tijdig herkennen. Ook dat zal leiden tot nieuwe functies.
Nieuwe banen
Langzaam maar zeker zie je nieuwe rollen ontstaan: we hebben al wat Legal Operations Managers, daar komen Legal Engineers, Legal Product Owners bij en daar zal het niet stoppen. Geen ondersteunende functies, maar sleutelfiguren. Waar je vroeger moest kiezen tussen inhoud of management, ontstaat nu een derde route: De jurist als degene die de technologie beheerst, als Legal Master of Technology.
Aan de slag
Nederlandse juridische organisaties zijn over het algemeen niet de trail blazers als het gaat om technologieadoptie, dat bleek ook uit ons onderzoek dat ik eerder noemde. Maar dat is geen reden tot zorg, eerder tot actie.
Eindelijk weer eens een terrein waarin je als jurist echt voorop kunt lopen.
De AI-keuken is open, get cooking! 👩🏻🍳👨🏻🍳








