De kantonrechter in Almere rekent advocatenkantoor Legalitas zwaar aan dat werkneemster werd blootgesteld aan grensoverschrijdend gedrag en dat het kantoor zijn re‑integratieverplichtingen ernstig heeft veronachtzaamd. De werkgever moet een billijke vergoeding betalen, maar komt weg met een relatief bescheiden bedrag.
Ongezonde cultuur en grensoverschrijdend gedrag
De zaak draait om een werkneemster die vanuit een Wajong-uitkering bij Legalitas in dienst trad, haar eerste baan na acht jaar arbeidsongeschiktheid. De kantonrechter schetst een ongezonde werksfeer, waarin Legalitas “de grenzen van betamelijk gedrag” overschreed en zich schuldig maakte aan grensoverschrijdend gedrag op de werkvloer. Dat gedrag wordt toegeschreven aan zowel een advocaat, mr. [A], als aan [B], [functie 1], en wordt bevestigd door verklaringen van collega’s en een geluidsopname van een gesprek op 25 februari 2025.
Een incident op 17 februari 2025 speelt daarbij een sleutelrol. [A] zou schreeuwend en denigrerend hebben gereageerd, onder meer met de vraag “zijn jullie mongolen ofzo, weten jullie niet hoe je moet inbinden?”, terwijl de werkneemster en haar collega al met een spoedklus bezig waren. Dit voorval leidde tot de ziekmelding van de werkneemster. Daarnaast wordt seksueel grensoverschrijdend gedrag van [B] beschreven, met herhaalde opmerkingen over het uiterlijk en verzoeken om ‘een rondje te draaien’.
Opvallend is dat de kantonrechter de heimelijke audio-opname van het gesprek van 25 februari 2025 expliciet toelaatbaar acht. In zaken over grensoverschrijdend gedrag is zo’n opname volgens de rechter vaak het enige middel om erkenning van het gedrag te verkrijgen. In dat gesprek erkennen [A] en [B] in essentie dat hun gedrag niet door de beugel kan en bieden zij excuses aan, al wordt daarmee het eerdere optreden niet ongedaan gemaakt.
Ernstige verwijtbaarheid en beperkte compensatie
Na het van rechtswege eindigen van de arbeidsovereenkomst van de werkneemster voor bepaalde tijd op 12 augustus 2025 door Legalitas, moest de kantonrechter beoordelen of Legalitas zodanig ernstig verwijtbaar had gehandeld dat een billijke vergoeding gerechtvaardigd was. De rechter oordeelt dat de situatie die tot de ziekmelding leidde het gevolg is van verwijtbaar onvoldoende zorg voor de arbeidsomstandigheden, én dat Legalitas haar re‑integratieverplichtingen ernstig heeft veronachtzaamd. Het kantoor liet het dienstverband “doodbloeden” door mediation niet voortvarend op te pakken, ondanks het advies van de bedrijfsarts en herhaalde verzoeken van de gemachtigde van de werkneemster.
Verder acht de kantonrechter onaannemelijk dat Legalitas het contract niet zou hebben verlengd als de werkneemster niet ziek was uitgevallen, mede gezien de positieve uitlatingen van [A] in de bandopname. Het niet voortzetten van de arbeidsovereenkomst wordt daarom mede toegerekend aan het ernstig verwijtbaar handelen van Legalitas. Toch blijft de financiële consequentie relatief beperkt: de gevraagde billijke vergoeding ter hoogte van ruim twee jaarsalarissen wordt fors gematigd tot 7.000 euro bruto, ongeveer drie maandsalarissen inclusief vakantiegeld. Daarbij weegt mee dat het dienstverband feitelijk nog geen twee maanden heeft geduurd en dat de bedrijfsarts de werkneemster al in april 2025 weer belastbaar achtte voor haar eigen werk, los van het conflict.
De gevorderde immateriële schadevergoeding van 25.000 euro haalt het niet. Volgens de kantonrechter is onvoldoende geconcretiseerd dat sprake is van rechtens relevante immateriële schade; verwijzingen naar stress, spanningsklachten en een aangetast vertrouwen in de advocatuur zijn daarvoor niet genoeg. Wel draait Legalitas op voor de proceskosten van in totaal 1.039 euro, en de beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.






