
Nederlandse rechters zien nauwelijks corruptie in de rechtspraak, bezwijken niet onder de druk van (sociale) media of politiek en worden zelden tot nooit geïntimideerd of bedreigd. Maar waakzaamheid blijft geboden, zo blijkt uit een enquête onder Europese rechters over hun onafhankelijkheid.
Illustratie gegenereerd met AI
Aan het onderzoek van het Europees netwerk van Raden voor de rechtspraak (ENCJ) namen 19.136 rechters uit dertig landen deel. Nederlandse rechters beoordelen hun eigen onafhankelijkheid met een 9 op een schaal van 10. Daarmee behoren ze tot de Europese top, samen met landen als Oostenrijk, Noorwegen, Finland en het Verenigd Koninkrijk.
Raad voor de Rechtspraak
Opvallend is dat Europese rechters de onafhankelijkheid van de Raden voor de rechtspraak lager inschatten dan die van henzelf. Ook twijfelen ze eraan of de Raden wel de juiste middelen hebben om de onafhankelijkheid van de rechtspraak te bewaken. In Nederland liet dat vertrouwen een sterke daling zien. In 2022 was 44 procent ervan overtuigd dat de Raad voor de Rechtspraak beschikt over de mechanismen om de onafhankelijkheid te verdedigen. In 2025 is dat gedaald naar 24 procent. Dat wil overigens niet zeggen dat de respondenten nu heel negatief zijn over de situatie; vooral het aantal met respondenten dat het niet zeker weet, is gegroeid.
95 procent van de Nederlandse rechters weet zeker dat de rechtspraak in ons land vrij is van corruptie. Dat is in scherp contrast met Oost-Europese landen als Bulgarije, Bosnië Herzegovina, Kroatië en Oekraïne. Daar durft nog geen 30 procent van de respondenten zijn hand in het vuur te steken voor een volledig integere rechtspraak.
Respect voor de rechter
Zorgwekkend is de verhouding tussen de verschillende staatsmachten. In een democratische rechtstaat, is de rechtspraak onafhankelijk van de wetgevende en uitvoerende machten. In het rapport dient Nederland als waarschuwing voor andere landen. Waar in Denemarken 92 procent van de ondervraagde rechters zegt zich gerespecteerd te voelen door de regering, is dat in Nederland slechts 51 procent. In 2022 was dat nog 74 procent. Het aantal rechters dat zegt dat het parlement de onafhankelijkheid van de rechtspraak respecteert, is nog veel lager. In 2022 was dat 56 procent – toch ook al niet een hoopgevend percentage – maar in 2025 voelt nog slechts 41 procent van de rechters zich gerespecteerd door de parlementariërs.
Kijken we naar het respect dat procespartijen hebben voor rechters, dan is het vertrouwen veel groter. 86 procent van de rechters zegt dat de procespartijen respect hebben voor de rechter. Dat is maar heel iets lager dan in 2022, toen 88 procent van de respondenten deze stelling onderschreef.
Media
Nederlandse rechters ervaren weinig directe druk van media of sociale media op hun beslissingen. Minder dan 10 procent ziet hier een probleem, wat gunstig afsteekt tegen landen als Kroatië (51%) of Oekraïne (48%).
Ook dreigementen met geweld of andere intimidatie komen in Nederland relatief weinig voor. Iets minder dan 10 procent zegt dit soms mee te maken. 70 procent van de respondenten zegt nooit te worden bedreigd.
Verklaring van Riga
De bedreigingen voor de rechtstaat zijn door het ENCJ samengevat in de Verklaring van Riga. Een van de aanbevelingen om het maatschappelijk vertrouwen in de rechterlijke macht te versterken, is door het verhaal van de rechterlijke macht regelmatig uit te dragen. “Burgers moeten begrijpen wat de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht voor hen persoonlijk betekent en welke voordelen het biedt voor de economische groei en stabiliteit van hun land. Om dit te bereiken moet de rechterlijke macht sterke relaties opbouwen met de media en open communicatiekanalen ontwikkelen om een breder publiek te bereiken”, aldus de Verklaring.
Weerbaarheid
Rechters moeten actief werken aan hun weerbaarheid, schrijft de Verklaring voor. Wanneer de rechtsstaat onder druk staat, moeten de Raden voor de Rechtspraak daarover open en duidelijk communiceren met de rest van de rechterlijke macht. Niet afwachten, maar actief handelen. Dat betekent: investeren in training, én het besef aanwakkeren dat de rechtsstaat veel meer omvat dan alleen het naleven van wetten. Rechters mengen zich over het algemeen niet in het publieke debat, maar wanneer de rechtsstaat in gevaar is, is zwijgen geen goud. Sterker nog: rechters moeten volgens de Verklaring worden aangemoedigd om twijfels of zorgen over lopende processen juist wél te delen met hun vakgenoten.