
Afgelopen weekend kleurden de grachten van Amsterdam opnieuw alle kleuren van de regenboog tijdens de jaarlijkse Pride Parade. Tussen de bont versierde boten was dit jaar voor het eerst een opvallende deelnemer: een boot van de rechtspraak. Het initiatief wordt volgens het FD niet door alle collega’s met enthousiasme ontvangen.
Rechters, afkomstig van de rechtbank Midden-Nederland, de rechtbank Amsterdam en het gerechtshof Amsterdam, vierden zo openlijk inclusie en diversiteit binnen hun beroepsgroep. Diederik Radder, rechter bij het gerechtshof Amsterdam en een van de initiatiefnemers, zegt tegen het FD. “Anti-discriminatie is een recht, vastgelegd in onze grondwet. Daar staan wij voor. Het is belangrijk om te laten zien dat de rechtspraak er is voor iedereen”, benadrukt hij. Radder hoopt dat de zichtbaarheid een positief effect heeft op mensen die zich nog altijd niet veilig voelen binnen of buiten de juridische wereld.
Toch is er binnen de juridische wereld stevige kritiek op deze stap. Oud-vicepresident van de gerechtshoven Amsterdam en Leeuwarden, Herman Hermans, vreest dat deelname van rechters aan een maatschappelijk evenement als Pride lijkt op activisme. “Rechters mogen nooit de schijn wekken dat zij verbonden zijn aan één partij binnen de samenleving. Dat tast de onafhankelijkheid en onpartijdigheid aan,” stelt Hermans in het FD. Hij wijst erop dat deze zichtbaarheid het risico vergroot dat rechters worden gewraakt in zaken waar gevoelige kwesties, zoals religieuze overtuigingen, een rol spelen.
Rechtspraak niet in toga én zonder uitbundigheid
Op sociale media werd door sommige advocaten reeds gepleit voor terughoudendheid, met het verzoek de rechterlijke toga niet op de boot te dragen. De rechtspraak gaf daarop aan dat er geen toga’s of flamboyante uitdossingen te zien zouden zijn. “Net als bij deelname aan herdenkingen of congressen kan ook deelname aan Pride Amsterdam op waardige wijze plaatsvinden, dus zonder toga,” aldus een woordvoerder. Men wil op deze manier vooral de fundamentele waarden over het voetlicht brengen: het beschermen van mensenrechten en het tegengaan van discriminatie.
De aanleiding om juist dit jaar een statement te maken, is het 75-jarig bestaan van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens.
Interne verdeeldheid
Niet alleen buiten, maar ook binnen de rechtbanken klinkt kritiek. Ellen van Rijssen, rechter bij de rechtbank Midden-Nederland en kartrekker van het initiatief, blijft achter de deelname staan: “Rechters zijn onafhankelijk van het bestuur en hoeven niet te doen wat het bestuur zegt. Kritiek op de deelname is kritiek op de mensenrechten. We moeten uitleggen welke waarden wij belangrijk vinden.”
Volgens Van Rijssen is er sprake van ‘koudwatervrees’ bij sommige collega’s, maar verwacht ze dat na de eerste deelname de acceptatie zal toenemen—net als destijds bij politieagenten die voor het eerst meeliepen.
Maatschappelijk niveau
Ook op maatschappelijk niveau is het debat over de rol van rechters actueler dan ooit. Het verwijt klinkt steeds vaker dat rechters met hun vonnissen politieke statements maken. De leiding van de Nederlandse rechtspraak riep recent op om critici niet de rechter als zondebok te maken voor onwelgevallige vonnissen en wees op het belang van respect voor fundamentele rechtsstatelijke principes.
Ondanks de discussies werd de deelname van de boot van de rechtspraak door velen aan de kade positief begroet.