Vanaf zijn introductie in 2013 bleek de Porsche Macan een doorslaand succes. Wereldwijd werden er ruim 800.000 van verkocht. Al die jaren lieten de Duitsers hun instapmodel ongewijzigd. Tot vorig jaar.
Nou ja, in 2018 was er een milde facelift, dus helemaal ongewijzigd bleef de eerste generatie niet, maar afgezien daarvan leefde de oude Macan dus tien jaar. Een eeuwigheid in autoland, waarin het landschap ingrijpend veranderde. In 2013 kwam ook de eerste Tesla (de Model S) op de markt. Alle andere fabrikanten haalden daar vanuit hun ivoren torens minzaam hun schouders over op. Een Amerikaanse start-up met nul ervaring in het bouwen van auto’s, met nota bene stroomaandrijving? Dát ging hem niet worden. De gevestigde orde dronk een glas, deed een plas en alles bleef zoals het was. Amper tien jaar later stonden de zaken er iets anders voor…
Ingetogen

Deed de eerste Macan (wat trouwens het Javaanse woord voor ‘tijger’ is) het nog gewoon met benzine- en dieselmotoren, de nieuwe is altijd 100% elektrisch. Hij staat op een compleet nieuw platform, dat samen met Audi werd ontwikkeld (de nieuwe A6 e-Tron en Q6 e-Tron maken er ook gebruik van), en is 10 centimeter langer en 450 kilo zwaarder dan zijn voorganger.
Dankzij zijn toegenomen lengte oogt de nieuweling minder gedrongen, wat hem bijzonder goed staat. De achterkant heeft, met de over de volle breedte doorlopende lichtbalk, het inmiddels bekende ‘911’-familiegezicht gekregen, aan de voorzijde vinden we Taycan-achtige lichtunits met vier led-modules. Porsche heeft de goede smaak gehad om zijn kleinste SUV verder vooral een ingetogen uitstraling te geven. Uitbundig spoilerwerk ontbreekt en de wielen zijn niet overdreven groot.
Andere boeg
Het interieur van de vorige Macan was weliswaar ‘typisch Porsche’, maar deed tegen het einde van zijn levenscyclus toch ook wat gedateerd aan, met zijn zee aan fysieke knoppen en kleine infotainmentscherm. Overduidelijk getekend in het pré-Tesla-tijdperk.

De nieuwe Macan gooit het over een heel andere boeg. Het merendeel van de knoppen is verdwenen, de zo kenmerkende klokkenwinkel achter het stuur heeft plaats gemaakt voor een 12,6-inch digitaal scherm en in het midden van het dashboard vinden we een 10,9-inch touch screen. Wie daar prijs op stelt, kan voor de passagier een derde (10,9-inch) display bijbestellen, net zoals in de Cayenne.
Heel modern allemaal, en hulde dat Porsche niet is bezweken voor de verleiding om een laptop-groot centraal aanraakscherm te monteren, maar eerlijk is eerlijk: een beetje anoniem is het wel. Ter geruststelling: het Sport Chrono-klokje staat gewoon op de optielijst en de bouwkwaliteit en de gebruikte materialen zijn even doorwrocht en hoogstaand als voorheen.
Qua prijs een hele echte
De nieuwe Macan komt in vier smaken (altijd met een 100 kWh accupakket), te beginnen met de verder naamloze instapper. Die achterwielaandrijver heeft één elektromotor, 360 pk, een topsnelheid van 220 km/u, een theoretisch (WLTP) bereik van 641 km en doet het standaardsprintje in 5,7 seconden. Alles daarboven heeft twee motoren en vierwielaandrijving: de Macan 4 (408 pk, 220 km/u, 5,2 sec, 612 km), de Macan 4S (516 pk, 4,1 sec, 240 km/u, 606 km) en de Macan Turbo (639 pk, 3,3 sec, 260 km/u, 590 km). Snelladen gaat met maximaal 270 kW.
Wij reden de instap-Macan, die zich – met zijn vanafprijs van exact € 86.000 – de goedkoopste Porsche op de Nederlandse markt mag noemen. De vraag is: koop je daar een ‘echte’ Porsche voor? Die vraag kun je op meerdere manieren beantwoorden, te beginnen met de prijs. 86 mille klinkt zo gek nog niet, maar het punt is: je moet bij Porsche echt álles bijbestellen. Een achterruitenwisser, keyless entry, heads-up display, adaptieve cruise control, elektrische stuurverstelling, een andere kleur dan uni wit of zwart, zij-airbags achterin, een ingekleurd (in plaats van zwart-wit) Porsche-logo op de naafdoppen: het kost allemaal geld. In de praktijk komt 100K eerst en dan heb je het toch over een serieus bedrag. In dat opzicht is de instap-Macan een hele echte Porsche.
Not so much
Dan de prestaties. Nog niet zo heel lang geleden (een jaar of tien terug…) dwong je met 360 pk en een van-nul-naar-honderd-tijd van onder de zes seconden diep respect af. Vandaag de dag maakt een dertigduizend euro goedkopere Kia EV6 daar gehakt van. De basis-Macan is vlot – niks meer, niks minder. Waar op zichzelf weinig mis mee is, maar is het ‘Porsche waardig’? Not so much. De Macan weegt 2,2 ton en daar hebben de 360 paarden best een kluif aan, wat je vooral boven de 100 km/u merkt. Als Bruin het kon trekken, zouden wij altijd opteren voor de ‘slechts’ € 3.600 duurdere Macan 4. Niet alleen heb je dan vierwielaandrijving, maar vooral ook 48 pk extra. En dat maakt, denken wij, net het verschil. Al is het maar gevoelsmatig.
Onder de streep

Waarmee we bij het belangrijkste ‘Porsche-aspect’ zijn aangekomen: het gevoel. Uiteindelijk draait het allemaal daar om – alle kille cijfers en statistieken ten spijt. De positie achter het stuur is in ieder geval spot on. Ten opzichte van zijn voorganger kun je de bestuurdersstoel bijna 3 cm lager zetten, wat weliswaar het meest genoemde SUV-aankoopargument (‘je zit zo lekker hoog’) enigszins ondermijnt, maar wat voor de liefhebber ontegenzeggelijk bijdraagt aan een actieve en sportieve rijbeleving. De af-fabriek gemonteerde ‘comfort seats’ zitten subliem (wij zouden de meerprijs voor sportstoelen lekker in onze zak houden) en het stuurwiel verdient dezelfde kwalificatie: precies goed.
De wegligging is strak en vertrouwenwekkend, met de perfecte mix tussen comfort en sportiviteit (toegegeven, onze testauto was voorzien van het bijna € 3.000 kostende Porsche Active Suspension Management met adaptieve luchtvering), en de stuurinrichting is precies en vol gevoel. Helemaal Porsche, dus. En toch… Na een week met de Macan te hebben gereden, beklijfde bij ons vooral het gevoel van ‘doorsnee’. Ja, het merkprestige is zonder meer aanwezig en – voor wie daar gevoelig voor is – begerenswaardig bovendien, maar pel dat eraf en je houdt een weliswaar bijzonder goed gebouwde, maar onder de streep toch ook tamelijk gemiddelde SUV over.
Wie denkt met de instap-Macan een sportwagen in gezinsverpakking te kopen, komt bedrogen uit. Het is de goedkoopste Porsche en daarmee ook de minst sportieve en de minst uitdagende. Bent u echter in de markt voor een comfortabele, leuk rijdende elektrische SUV met een bruikbare actieradius, maar wel van een onberispelijk kwaliteitsniveau, dan blijft er voor het dagelijkse woon/werkverkeer weinig te wensen over. Pakt u in het weekend gewoon lekker uw 911.