Maurice van Valen verzamelt en schenkt kunst en had ooit een galerie in Amsterdam met dependance in L.A. Zijn passie voor kunst beïnvloedt zijn juridische werk. “Zonder kunst had ik me als advocaat heel anders ontwikkeld.”
Foto boven: Maurice van Valen met zijn vrouw Evi Vingerling. Tijdens de opening van een door Heron Legal en Erco Lighting georganiseerde tentoonstelling in Naarden. Credit: Marcel de Buck
Kort nadat hij het Stedelijk Museum 63 kunstwerken had gegeven, verblijdde Maurice van Valen het Van Abbemuseum met 34 creaties van J.C.J. Vanderheyden en andere Brabantse kunstenaars.
Onlangs mailde het Teylers Museum. Ze bedankten hem nogmaals voor zijn schenking van ‘een groep mooie tekeningen’ en schreven dat enkele daarvan binnenkort worden tentoongesteld.
“Dat enthousiasme, dáár doe ik het voor. Er gebeurt iets mee! Daardoor kunnen meer mensen deze bijzondere werken zien. Ik hoop dat zij ook iets van de opwinding kunnen voelen die ik had toen ik op mijn vijftiende mijn eerste kunstwerk kocht.”
April in Paris
Dat deed hij in een galerie in Den Bosch, waar hij met zijn vader was. “In ons gezin speelde kunst geen rol. Mijn vader moest er puur voor zaken zijn en had mij meegenomen.”

Van Valen dwaalde rond en viel voor een serie litho’s van Cobra-kunstenaar Corneille: April in Paris. “Kleurig, best bevallig, veel herkenbare elementen. Ontzettend spannend om er zo direct contact mee te krijgen. Ik ervoer opwinding, schoonheid én een soort van troost. Omdat mijn moeder ernstig ziek was, waren de eerste jaren van mijn leven niet de gelukkigste. Corneille’s kunst was als een goed boek: door de gelaagdheid stapte ik in een andere wereld, een parallel universum zonder de beperkingen waar ik in het dagelijks leven en thuis tegenaan liep.”
Enkel kijken was niet genoeg, hij wilde de kunst bezitten. Ter financiering mocht hij van zijn vader 2500 gulden van zijn Zilvervlootrekening halen. “De opwinding die ik voelde toen ik met die map litho’s achter in de auto zat, kan ik zó weer terughalen. Ik wist dat dit iets groots voor mij zou worden.” In zijn kamertje haalde hij de litho’s vaak tevoorschijn om ze ‘te bevragen’: wat voor soort werk is het, wie maakt zoiets en waarom? “Door nieuwsgierigheid krijg je meer context en gaat kunst leven.”
Tekeningen
Enkele jaren later verkocht hij zijn Cobra-kunstwerken, waaronder Corneille’s werk, en kocht hij nieuwe kunst. Van Valen ontwikkelde zich tot kosmopoliet – hij woonde in New York, Dallas en Londen – én serieuze kunstverzamelaar. Vooral in zijn New Yorkse Stibbe-tijd kreeg zijn kunstpassie vleugels.
“Ik heb een voorliefde voor tekeningen. Aan een bronzen beeld gaat een heel productieproces vooraf. Dat heeft iets klinisch. Datzelfde geldt voor fotografie. Tekeningen bestaan ‘slechts’ uit papier en potlood of krijt. Het is de puurste en meest directe kunstvorm. Daardoor is het handschrift van de kunstenaar erg nabij en kun je er makkelijk contact mee maken.”
Hedendaagse kunst
Hoewel hij altijd bezig is geweest met hedendaagse kunst (vanaf 1986) koopt hij de laatste jaren meer historisch werk, zoals Italiaanse en Franse kunst uit de periode 1880 tot de jaren 20 en 30. “Eigenlijk opvallend actueel en modern werk. Relatief betaalbaar ook, in tegenstelling tot kunst van bepaalde ‘gehypete’ jonge kunstenaars, die niet per se de beste zijn.”
Tussen de kunstenaars die hij goed vindt, zitten enkele all-time favourites, waaronder Filippo de Pisis en J.C.J. Vanderheyden. “De Italiaanse De Pisis overleed in 1954. Een dandyachtige kunstenaar, homoseksueel in een tijd dat dit taboe was in Italië. Hij is inmiddels een grootheid in zijn land, maar werd tijdens zijn leven geweerd van belangrijke tentoonstellingen als de Biënnale van Venetië. Tot op de dag van vandaag is zijn werk relevant.”
Met de Brabantse kunstenaar Vanderheyden, die in 2012 overleed, heeft hij een speciale band. Hij was een van de kunstenaars waarmee Van Valen vanaf zijn zestiende correspondeerde. “Ik kwam ook bij hem thuis om over zijn werk te praten; wat sprak mij erin aan en waarom?”
Eigen galerie
Van zijn vijftiende tot nu verzamelt Van Valen kunst. Tussendoor gooide hij het enige tijd over een andere boeg en verkocht hij zelf kunst. In 2004 opende hij met zijn toenmalige Amerikaanse partner Bowie Van Valen, een Amsterdamse galerie met een dependance in L.A. Om zich volledig aan dit bedrijf te wijden, verliet hij Stibbe in 2005. Een jaar later trok hij de toga weer aan. Vanwaar die draai?
“Ik hield van het contact met de kunstenaars en het maken van shows. Zo hadden we een substantiële expositie van Eric Wesley. Deze kunstenaar uit L.A. zette met objecten op indringende wijze de sfeer van de West Coast neer; de filmindustrie, de dunne lijn tussen fake en reality. Zijn werk was in Nederland nooit eerder vertoond. Ik ben nog steeds supertrots dat we dit hebben neergezet.
De rest van zijn werk in de galerie vond hij echter minder opwindend. “Meestal zat ik in mijn uppie in een koude galerie mailtjes te beantwoorden en prijzen door te geven. Intellectueel weinig uitdagend.” Hij besefte dat hij liever kunst verzamelde dan verkocht en besloot zijn geld weer in de advocatuur te verdienen. “Dat werk vond ik leuk en beheerste ik.”
Heron Legal
Van Valen ging naar Houthoff (Amsterdam en Londen) en vervolgens naar HVG, voordat hij in 2015 zijn eigen kantoor begon: Heron Legal, ‘een kantoor waar de passie voor kunst verweven is in het DNA’.
Op kantoor hangt kunst uit zijn collectie en behandelt hij naast fusies en overnames soms ook ‘kunstgerelateerde zaken’: geschillen over nalatenschappen, verdeling van kunstcollecties van huwelijksgemeenschappen, beëindigingen van overeenkomsten tussen kunstenaars en galeries. Last but not least vindt de advocaat dat kunst hem helpt om zijn juridische werk beter te doen.
Diverse perspectieven
“Het vergt juridisch inzicht om zaken tot een goed eind brengen”, aldus de advocaat. “Daarnaast heb je creativiteit en nieuwsgierigheid nodig. Je moet het feitencomplex altijd vanuit verschillende perspectieven bekijken, zodat je een nieuwe aanvliegroutes vindt om tot oplossingen te komen. Daarvoor moet je vragen stellen en steeds verder willen gaan.”
Van Valen maakt een brug naar zijn passie. “Om kunst te waarderen, moet je leren kijken en dingen durven te bevragen. Deze ‘hersengymnastiek’ helpt onder meer om feiten anders te lezen en open te staan voor een veelheid aan interpretaties. Zonder kunst had ik me als advocaat heel anders ontwikkeld.”
Ter illustratie wijst hij naar een ingelijste tekening van Abel Rodriquez. “Op het eerste gezicht een kinderlijk, fantasierijk plaatje van bomen en dieren. Duik je er dieper in, dan ontdek je dat hij uit het Colombiaanse Amazonegebied komt en lid was van de inheemse Nonuya-gemeenschap. Uiteindelijk kom je dan bij de essentie: dit werk is gemaakt als een noodkreet tegen het verdwijnen van het Amazonegebied.”
Impact
Zijn liefde voor kunst deelt hij met zijn vrouw, kunstenaar Evi Vingerling. Ze zijn net terug van een kunstreis naar Italië: Bologna, Parma, Verona. Met hun platform April in Paris – vernoemd naar zijn eerste kunstaankoop – organiseren ze minstens één keer per jaar een expo bij hen thuis. “De vreugde die kunst mij geeft, wil ik met zo veel mogelijk mensen delen. Ik heb altijd weer de behoefte iets met kunst te doen; het voedt mij op allerlei manieren.”
Hij vindt dat onze maatschappij kunst nodig heeft. “Kunst bevraagt maatschappelijke of menselijke onderwerpen en brengt zo gesprekken op gang.” Door kunst te kopen, helpt hij om de culturele economie draaiende te houden. Met zijn schenkingen steunt hij musea en kunstenaars en ‘verankert’ hij kunstwerken in permanente collecties.
Wat dat betreft is de impact van zijn advocatenwerk vluchtiger. “Ik vind het prachtig om M&A-transacties te doen. Maar van de bedrijven die samen zijn gevoegd, bestaat een groot deel over twintig jaar niet meer, althans niet in dezelfde vorm. De realiteit is dat een deel van je werk uiteindelijk ‘verdampt’.”






