
Hardnekkige mythes over AI leiden tot onnodige angst in de juridische sector, schrijft Bert Vries, Head of Innovation & IT bij CMS in Nederland. “Er is een groot verschil tussen hoe bedrijfsjuristen denken dat AI wordt gebruikt wordt door hun advocatenkantoren, en hoe deze kantoren het in de praktijk inzetten.”
In het artikel Bedrijfsjuristen eisen transparantie over gebruik AI door advocatenkantoren (Advocatie, juni 2025) wordt duidelijk dat uit onderzoek blijkt dat bedrijfsjuristen zich zorgen maken. Ze zijn bang dat advocaten hun vertrouwelijke informatie gebruiken om AI-systemen te trainen. Die zorg is begrijpelijk, maar niet terecht.
Er is namelijk een groot verschil tussen hoe bedrijfsjuristen denken dat AI gebruikt wordt door hun advocatenkantoren, en hoe deze kantoren het in de praktijk inzetten. Wie verder kijkt dan de koppen, ziet dat er vooral veel misverstanden rondgaan.
Zo werkt het echt
Veel grote advocatenkantoren gebruiken professionele GenAI-software om onder andere sneller grote hoeveelheden documenten te analyseren. Bijvoorbeeld: 2000 contracten doorzoeken op tientallen clausules. Vroeger kostte dat dagen. Nu minuten.
Deze software is geen ChatGPT, Claude, Gemini of een andere consumententool, maar specifiek ontwikkeld voor gebruik in de juridische sector. Net zoals bedrijven werken met Word of Teams via een zakelijke licentie, werken advocaten met GenAI-tools waar duidelijke afspraken bij horen.
Via de voorkant van de software komt de prompt (vraag) van de advocaat binnen. Bijvoorbeeld: “Wat staat er over geheimhouding in deze contracten?” De documenten worden tijdelijk in een beveiligde omgeving gezet. De GenAI-tool kijkt alléén in deze documenten om de originele prompt van meer context te voorzien en stuurt zowel de vraag als de context naar het Large Language Model (LLM). Het LLM is feitelijk een ‘next word calculator’ die aan de achterkant draait. Daarna komt het antwoord terug. Het LLM leert niet bij van de data die is geüploaded. Geen data wordt opgeslagen. Geen data verdwijnt in het LLM.
De drie grootste misvattingen ontkracht
Misvatting 1: “Advocaten ontwikkelen eigen GenAI-modellen met onze data”
De grootste zorg van cliënten is dat hun documenten, e-mails of contracten worden gebruikt om een GenAI-model te trainen zodat het betere antwoorden geeft. Echter, bijna geen van de grote advocatenkantoren bouwt een eigen GenAI-model, maar zij gebruiken juridische GenAI-software zoals Harvey, CoCounsel en Legora. Deze maken gebruik van zogenaamde foundational models van onder andere OpenAI, Google en Antropic. Deze basismodellen zijn getraind op publiektoegankelijke informatie, niet op vertrouwelijke cliëntgegevens.
‘Veel bedrijven maken zich zorgen over GenAI-gebruik bij hun advocatenkantoor, maar vergeten naar zichzelf te kijken’
Advocatenkantoren sluiten met deze leveranciers contracten waarin expliciet staat dat cliëntdata niet wordt gebruikt voor training van die basismodellen. Er zijn stevige afspraken gemaakt over informatiebeveiliging, opslag (data staan in Europa), toegang, encryptie en alles wordt na een korte periode automatisch verwijderd.
Misvatting 2: “GenAI hallucineert, dus ik vertrouw het niet”
De angst voor ‘hallucinaties’ – verzonnen antwoorden – leeft breed. Begrijpelijk, als je GenAI vraagt naar iets waarvoor het geen context heeft. Maar in de juridische praktijk werken advocaten juist mét context: een advocaat uploadt specifieke contracten in een afgeschermde omgeving, en stelt daar vragen over. De GenAI baseert zich op de inhoud van die documenten.
Het is alsof je een assistent vraagt contracten door te nemen en een overzicht te maken van geheimhoudingsclausules. Die assistent leest alleen de stukken die je hem geeft. En belangrijk: die assistent krijgt altijd een eindcontrole door de advocaat. GenAI is geen vervanger, maar een versneller.
Misvatting 3: “We betalen voor de advocaat terwijl het werk door software wordt gedaan”
Bij specifieke werkzaamheden van de advocaat kan GenAI de hoeveelheid handwerk verlagen. Dit resulteert in hogere productiviteit, kortere doorlooptijden en betere kwaliteit. Volgens verschillende onderzoeken kan dit leiden tot bijvoorbeeld een productiviteitsverbetering van ongeveer 10 tot 25 procent. Een kantoor declareert alleen de uren die daadwerkelijk gemaakt zijn door de advocaten.
Het echte risico ligt vaak bij de cliënt zelf
Het wrange is: veel bedrijven maken zich zorgen over GenAI-gebruik bij hun advocatenkantoor, maar vergeten naar zichzelf te kijken. In de praktijk gebruiken veel interne juristen nog gewoon generieke GenAI-tools zoals ChatGPT. Dat is pas echt een risico. Bij deze tools zijn er immers geen specifieke afspraken gemaakt over zaken zoals informatiebeveiliging, locatie van de data-opslag en het niet gebruiken van eigen data voor het trainen van LLM’s aan de achterkant.
De GenAI-revolutie in de advocatuur is in volle gang. Maar als de angst door misverstanden regeert, lopen we samen de voordelen mis. Daarom de oproep aan bedrijfsjuristen: verdiep je in hoe advocatenkantoren GenAI toepassen en stel kritische vragen. Gebruiken jullie GenAI? Welke software is dat? Wat gebeurt er met onze data? Wordt die data ergens opgeslagen of hergebruikt? Kunnen we dat controleren? Want in de meeste gevallen is de realiteit veiliger dan gedacht.
Bert Vries, Head of Innovation & IT bij CMS in Nederland