
2.714 rechters en 10.510 medewerkers werken voor de Rechtspraak. Dat zijn ruim dertienduizend mensen die veel te vaak kop van jut zijn, vindt Henk Naves, voorzitter van de Raad voor de Rechtspraak (RvR). “Kritiek mag scherp zijn, maar zou nooit de fundamenten van de rechtsstaat mogen ondermijnen of zich richten op de mensen die de rechtsstaat als onderdeel van hun werk bewaken.”
Naves schrijft dit in zijn voorwoord bij het jaarverslag 2024 van de Rechtspraak. De voorzitter is is niet blind de kloof die bestaat tussen de Rechtspraak en burgers. “Als rechterlijke uitspraken op onbegrip stuiten, dan hebben wij ze mogelijk niet goed uitgelegd. Het recht is complex en voelt soms onrechtvaardig, bijvoorbeeld voor slachtoffers en nabestaanden. Maar ook voor iemand die zich zorgen maakt over de woningnood en leest dat na een uitspraak van de rechter het nóg moeilijker wordt om nieuwbouwprojecten te starten.
Als we niet goed voor het voetlicht brengen waarom een rechter tot zo’n uitspraak komt, dan snap ik het onbegrip. Als we niet goed uitleggen dat het beschermen van rechten van wezenlijk belang is voor iedereen in onze samenleving en dat een rechter álle belangen weegt, kan het beeld ontstaan dat rechters moeilijk doen, soft zijn of oplossingen voor maatschappelijke problemen in de weg staan.”
Falend beleid
Minder begrip toont Naves voor politici die de oplossing voor een voor hen betreurenswaardige uitspraak niet zoeken in beter beleid en betere beslissingen, maar juist de onvrede voeden met hun uitspraken. En als het aan Naves ligt, geeft de Rechtspraak daar vaker weerwoord op.
“Ik denk dat we te terughoudend zijn geweest. We moeten vaker van ons laten horen als kritiek op de rechter wordt misbruikt. Vijf jaar geleden riep ik de politiek op zich niet te verschuilen achter de toga van de rechter als oplossingen voor maatschappelijke problemen uitblijven. Nu zeg ik: de rechter mag niet als zondebok worden gebruikt voor falend beleid of het onvermogen om tot beleid te komen.”
Kritiek mag scherp zijn, meent Naves. “Maar het zou nooit de fundamenten van de rechtsstaat mogen ondermijnen of zich richten op de mensen die de rechtsstaat als onderdeel van hun werk bewaken.”
Werklast door nieuwe wetten
Als het gaat om politieke keuzes, dan merken rechters dat vaak direct in de rechtszaal. In het jaarverslag signaleert de RvR dat er in 2024 veel wetsvoorstellen werden ingediend met soms zeer forse werklastgevolgen voor de Rechtspraak.
“Het gaat bijvoorbeeld om wetsvoorstellen met betrekking tot inkomstenbelasting (box 3), arbeidsongeschiktheid en asiel. Deze komen bovenop een aantal eerdere wetsvoorstellen met zeer substantiële werklastgevolgen in voorgaande jaren, zoals de herziening van het Wetboek van Strafvordering en de nieuwe Omgevingswet. Er is de afgelopen periode dus sprake geweest van een stapeling van wetsvoorstellen met forse werklastgevolgen voor de Rechtspraak. Deze gevolgen zullen zich de komende jaren uiten.”
‘Toegang tot de rechter voor een ieder, los van de grootte van diens portemonnee, is een onmisbaar fundament voor een rechtvaardige samenleving’
Henk Naves, voorzitter van de Raad voor de Rechtspraak
Ook als het Rijk de portemonnee trekt om de Rechtspraak extra armslag te geven, liggen ongewenste gevolgen voor de rechtspleging op de loer, zo waarschuwt de RvR. deze extra werklast financieel compenseert, kan dit op termijn ongewenste gevolgen hebben voor de rechtspleging.
“Nog los van de tijd die gemoeid is met de invoering van nieuwe wetgeving, zullen de wetsvoorstellen, als ze worden aanvaard, een groot beslag op de (rechterlijke) capaciteit leggen, zeker als ze allemaal in dezelfde tijdspanne in werking treden. “De direct inzetbare (rechterlijke) capaciteit is niet onbeperkt. De arbeidsmarkt is krap en het kost tijd voordat nieuw aangetrokken rechters hun opleiding hebben voltooid en volledig inzetbaar zijn. Bij een opeenstapeling van wetsvoorstellen met forse werklastgevolgen kunnen ook de doorlooptijden (verder) oplopen.”
Versobering van de rechtspraak
Ook in de wens om procedures te versnellen door versobering van de rechtspraak, ziet de Raad een zorgelijke trend. “Het betreft bijvoorbeeld besluiten over woningbouw en elektriciteitsprojecten vanaf 25kV wisselspanning. Daar waar rechtspraak bij twee feitelijke instanties mogelijk was, wordt dit teruggebracht naar één feitelijke instantie. De Raad onderkent het belang dat dergelijke projecten op redelijke termijn gerealiseerd kunnen worden. Tegelijkertijd is niet goed uit te leggen waarom in dergelijke zaken niet in twee feitelijke instanties mag worden geprocedeerd, juist omdat het hier gaat om de afweging van zwaarwegende maatschappelijke belangen. We vrezen voor een uitholling van de rechtspraak.”
Toegang tot het recht
De RvR grijpt het jaarverslag aan om nogmaals te benadrukken dat burgers en bedrijven altijd terecht moeten kunnen bij een onafhankelijke, onpartijdige rechter als zij vinden dat hun rechten worden geschonden. “Toegang tot de rechter voor een ieder, los van de grootte van diens portemonnee, is een onmisbaar fundament voor een rechtvaardige samenleving waar ieders rechten worden gerespecteerd.
In zijn brief van 28 maart 2024 riep de voorzitter van de Raad de formateurs en het (toekomstig) kabinet daarom op om de toegang tot het recht en de rechter te bewaken en voor iedereen te verbeteren. Bijvoorbeeld met adequate rechtsbijstand voor degenen die dat zelf niet kunnen betalen en met betaalbare griffiekosten voor iedere rechtzoekende. Maar ook door blijvende politieke steun te geven aan innovaties die nodig zijn om ervoor te zorgen dat burgers begrijpelijk, laagdrempelig en passend bij hun omstandigheden toegang tot de rechter hebben. Voorbeelden hiervan zijn wijkrechtspraak, vergroting van de digitale toegang tot informatie en digitale toegang tot de rechter.”
Lees het volledige jaarverslag op Rechtspraak.nl